Tag Archives: Amsterdam

Stadsgesprekken Woonagenda 2025

Hoe wonen we in 2025? Wat voor huizen moeten erbij gebouwd worden en hoe gaan we die gebruiken? De Amsterdamse wethouder Laurens Ivens houdt in november een serie stadsgesprekken over de Woonagenda van onze hoofdstad in 2025. Pieter-Bas is er een van de tafelvoorzitters.

Meepraten? Dat kan op 15, 22 en 29 november om 19.00 uur in Pakhuis Wilhelmina, Piet Heinkade 179, Amsterdam.

Verslag van mijn zoektocht naar de juiste basisschool in Het Parool

‘De kindertjes zijn wel erg wit en dat voelt voor een inwoner van de Indische Buurt toch wat vreemd’

Bijna iedere ouder zoekt een basisschool die bij buurt en levensstijl past. Is die wel te vinden met het nieuwe stedelijke toelatingsbeleid voor kleuters dat volgend schooljaar ingaat? Journalist Pieter-Bas van Wiechen tuimelde voor zijn zoon in Oost van het ene dilemma in het andere.

Bijna iedere ouder zoekt een basisschool die bij buurt en levensstijl past. Is die wel te vinden met het nieuwe stedelijke toelatingsbeleid voor kleuters dat volgend schooljaar ingaat? Journalist Pieter-Bas van Wiechen tuimelde voor zijn zoon in Oost van het ene dilemma in het andere.

Bijna vier! Het duurde een eeuwigheid, maar nu is het dan zo ver: de basisschool komt in zicht. Zoonlief krijgt antwoord op zijn trappelende gezeur over de grote school en wij worden als ouders eindelijk een beetje verlost van de bodemloze put die kinderopvang heet. Sinds ik vader ben, zie ik ze ineens overal: basisscholen. Ik rij er graag zo langzaam mogelijk langs en tuur door de ramen en over het plein. Hoe is de sfeer? Wat voor kinderen zitten erop? Hoe lijken de leraren te zijn? En ten slotte de hamvraag: zie ik mijn kind en mijzelf hier acht jaar heen fietsen?

Bijna vier! Het duurde een eeuwigheid, maar nu is het dan zo ver: de basisschool komt in zicht. Zoonlief krijgt antwoord op zijn trappelende gezeur over de grote school en wij worden als ouders eindelijk een beetje verlost van de bodemloze put die kinderopvang heet. Sinds ik vader ben, zie ik ze ineens overal: basisscholen. Ik rij er graag zo langzaam mogelijk langs en tuur door de ramen en over het plein. Hoe is de sfeer? Wat voor kinderen zitten erop? Hoe lijken de leraren te zijn? En ten slotte de hamvraag: zie ik mijn kind en mijzelf hier acht jaar heen fietsen?

Het is lastig in de Indische Buurt een passende school te vinden en toch wil ik mijn kind graag in de buurt op school doen. Gelukkig is dat ook het doel van het nieuwe stedelijke toelatingsbeleid. Niet de postcode, maar de loopafstand tot je huis is vanaf nu bepalend voor de acht scholen waarop je voorrang hebt.

Ik besluit op elfscholentocht te gaan in een straal van twee kilometer om ons huis. Stop één is logisch: bijna alle vriendjes op de crèche en uit de straat gaan naar de 8e Montessori. Enigszins gespannen loop ik die school binnen, ik ben als de dood dat mijn kind hier hopeloos zal doen waar hij zin in heeft zonder iets te leren. “Dat waren de jaren tachtig,” verzekert de directrice mij. “Wij zijn een moderne school met een leerlingvolgsysteem.”

Een beetje gerustgesteld en zie ik mijn zoon er al rondrennen. Maar als ik thuiskom en mijn adres invoer in de nieuwe schoolwijzer, is die onverbiddelijk: wij hebben geen voorrang meer op deze school. Wat voor ons als de buurtschool bij uitstek voelt, ligt te ver weg.

“Je kunt je er toch gewoon inschrijven,” zegt Hetty Lieftink, projectleider stedelijk toelatingsbeleid. “Maar je moet je realiseren dat als je een populaire school zonder voorrang op de eerste plaats zet, je door loting buiten de boot kunt vallen.”

Een paar dagen later zit overbuurvrouw Talitha Stijnman aan keukentafel voor een crisisoverleg. Ze baalt er ook van dat de 8e een lastig verhaal is geworden, maar vindt het ronduit onbegrijpelijk dat er helemaal geen montessorischool op onze lijst staat.

“Vreemd, binnen een straal van twee kilometer om mijn huis zijn er twee,” zegt Stijnman. “In het nieuwe systeem kunnen enkele meters het verschil maken. En waarom krijgt iedereen wel op een christelijke en openbare school voorrang, maar wordt er niet gekeken naar onderwijsmethodes?”

“Vreemd, binnen een straal van twee kilometer om mijn huis zijn er twee,” zegt Stijnman. “In het nieuwe systeem kunnen enkele meters het verschil maken. En waarom krijgt iedereen wel op een christelijke en openbare school voorrang, maar wordt er niet gekeken naar onderwijsmethodes?”

Lieftink geeft toe dat dat een punt is voor de evaluatie. “Onder hoogopgeleide ouders zijn methodescholen als montessori, dalton en de vrije school heel populair. Nu heeft bijna tachtig procent van de Amsterdammers op minstens één zo’n school voorrang. Daar zouden we in de toekomst honderd procent van kunnen maken.”

Stijnman ontdekt gelukkig een fout in onze selectie. Een school in de buurt staat ten onrechte met twee locaties op de lijst. Twee weken bellen en mailen later hebben wij recht op een montessori. Niet die van onze vrienden, maar de 5e Montessori in de Watergraafsmeer.

Stijnman ontdekt gelukkig een fout in onze selectie. Een school in de buurt staat ten onrechte met twee locaties op de lijst. Twee weken bellen en mailen later hebben wij recht op een montessori. Niet die van onze vrienden, maar de 5e Montessori in de Watergraafsmeer.

Ellendige bakfiets

Op naar de het chique stadsdeel dat zo ongeveer aan het einde van onze straat begint. De Watergraafsmeer was tot voor kort een onneembare onderwijsvesting achter een hoge, onzichtbare muur. Wij inwoners van de Indische Buurt voelde ons ossies in de DDR.

Door het nieuwe beleid is de muur gevallen en mogen wij ook rondneuzen op scholen in dit stadsdeel van ruime huizen en glimmende auto’s.

De 5e Montessori Watergraafsmeer heeft een prachtig gebouw. De directrice neemt nog meer twijfel over montessori weg en de school vertelt zelfs trots dat zij de meeste mannelijke leraren van de buurt hebben. Alleen: de kindertjes zijn hier wel heel erg wit en dat is voor een inwoner van de Indische Buurt toch een wat vreemd gevoel. “Wij verwachten dat onze populatie door het nieuwe beleid wel wat zal veranderen,” zegt ze tijdens de rondleiding. Ik beschouw het als een positieve opmerking, maar merk dat dit niet voor alle aanwezigen opgaat.

De 5e Montessori Watergraafsmeer heeft een prachtig gebouw. De directrice neemt nog meer twijfel over montessori weg en de school vertelt zelfs trots dat zij de meeste mannelijke leraren van de buurt hebben. Alleen: de kindertjes zijn hier wel heel erg wit en dat is voor een inwoner van de Indische Buurt toch een wat vreemd gevoel. “Wij verwachten dat onze populatie door het nieuwe beleid wel wat zal veranderen,” zegt ze tijdens de rondleiding. Ik beschouw het als een positieve opmerking, maar merk dat dit niet voor alle aanwezigen opgaat.

“Voor ons pakt het beleid minder goed uit,” vertelt Jørgen den Houting, die in Sciencepark woont, een paar dagen later op de stoep van de Lidwinaschool. “Wij hadden voorrang op alle scholen in de Watergraafsmeer. Daarvan zijn er nu nog maar drie over, waarvan twee enorm populair zijn. Wij hebben geen voorrang meer op de Lidwina, een school met veel plaatsen.” Door het nieuwe systeem heeft Den Houting ook voorrang op een aantal scholen rondom mijn huis in de Indische Buurt.

Bij de zes scholen die het dichtst bij mijn huis zijn, zie ik mij, hoogopgeleide vader met zo’n ellendige bakfiets, niet op het schoolplein staan. De reden: ze zijn niet of nauwelijks gemengd. Zonder twijfel zijn de leraren daar koningen in het wegwerken van taalachterstand, maar dat is niet wat mijn kinderen nodig hebben.

Bij de zes scholen die het dichtst bij mijn huis zijn, zie ik mij, hoogopgeleide vader met zo’n ellendige bakfiets, niet op het schoolplein staan. De reden: ze zijn niet of nauwelijks gemengd. Zonder twijfel zijn de leraren daar koningen in het wegwerken van taalachterstand, maar dat is niet wat mijn kinderen nodig hebben.

Bovendien stuurden mijn ouders mij in de jaren tachtig naar de vrije school, wat mij ruim drie jaar achterstand en talloze bijlessen opleverde. Experimenteren met onderwijs is dus niets voor mij.

De meeste ouders die ik in de buurt spreek, zijn een beetje ongelukkig met het stedelijke toelatingsbeleid, maar het is opvallend dat geen van hen echt verontwaardigd is. Eerder benadrukken ze dat het postcodebeleid hun beter uitkwam, omdat ze er meer grip op hadden.

“De oude situatie was heel ondoorzichtig,” licht Lieftink toe. “Ouders schreven zich vaak op meerdere scholen in en iedereen had zijn eigen toelatingsbeleid. Er werd druk gelobbyd voor een plekje en in sommige gevallen zelfs met geld geschoven. Geregeld was er voor mensen op een school om de hoek geen plaats, doordat ze de verkeerde postcode hadden. Dat is nu voorbij. We hebben veel onderzoek gedaan en vooral uit het perspectief van de ouders een nieuw systeem gemaakt. Voldoende keuzevrijheid en een school in de buurt is het streven.”

“Een voor iedereen optimaal systeem bestaat helaas niet; het voordeel voor de een blijft een nadeel voor de ander. Maar nog nooit was het zo eerlijk en ik verwacht dat meer mensen op de school van hun eerste keuze komen en dat er minder hoeft te worden geloot.”

Behalve de montessorischolen in de buurt heb ik uiteindelijk nog twee gemengde scholen gevonden. De Piet Hein is de winnaar,maar die is populair en ligt te ver van mijn huis. De andere, de Frankendaelschool, heeft onze sympathie, al is hij christelijk en hebben ze de woensdagmiddag afgeschaft.

Welke school ik op één zet? Geen idee.

Waarschijnlijk ben ik tot de deadline volgende week dinsdag hopeloos verstrikt in een strijd tussen tussen hart, rede en strategie.

Hoe werk het toelatingsbeleid?

Een ouder mag zijn kind nu voor elke school in Amsterdam aanmelden. Je krijgt echter maar op acht scholen in de buurt voorrang, waaronder tenminste twee bijzondere (lees: christelijke) en twee openbare scholen. In plaats van postcodes staat nu de loopafstand van huis tot school centraal.

Een ouder mag zijn kind nu voor elke school in Amsterdam aanmelden. Je krijgt echter maar op acht scholen in de buurt voorrang, waaronder tenminste twee bijzondere (lees: christelijke) en twee openbare scholen. In plaats van postcodes staat nu de loopafstand van huis tot school centraal.

Je levert een top tien van scholen in bij de school van je eerste voorkeur. Na de plaatsing van broertjes en zusjes, kroost van schoolmedewerkers en kinderen die al op de voorschool zitten die hoort bij de school, worden de kinderen geplaatst die voorrang hebben. Daarna volgen de kinderen die de school als tweede voorkeur hebben et cetera. Pas daarna komen kinderen in aanmerking die geen voorrang hebben.

Het stedelijke toelatingsbeleid begint volgend schooljaar. Op 10 maart is de eerste inschrijfdeadline voor ouders met kinderen die zijn geboren tussen 31 juli en 31 december 2011.

De vluchtelingenopvang

2014_7_VluchtelingenkampPieter-Bas van Wiechen runt samen met zijn vriendin Sophie, Dima (2,5) en Ramses (0) een Bee-zonder-Bee in Amsterdam-Oost. In de PS doet hij deze zomer verslag van de avonturen in en om hun huis. Aflevering 7: “De vluchtelingenopvang”

Twee kleine mannetjes met zonnebrillen in hun haar. “Italië?” wil ik van mijn nieuwe gasten weten. “Bijna goed, Portugal dat ligt ook in Zuid-Europa, maar dat is voor jullie toch allemaal hetzelfde…” sneert Angelo met een vriendelijke grijns op zijn gezicht. Even wil ik tegensputteren dat ik mijn topografie heus wel op orde heb maar mijn gast ontneemt me de ruimte. “Ik woon nu drie jaar in Noorwegen en vrijwel iedereen denkt dat ik een pizzabakker ben.”

Angelo is samen met Simao in Amsterdam. Angelo woont en werkt in Oslo terwijl Simao in Zurich zijn geld verdient. De twee Portugezen trekken al sinds de middelbare school met elkaar op maar ze zien elkaar tegenwoordig alleen in het buitenland. “Op neutraal terrein want thuis wil iedereen constant wat van ons,” zegt Simao

“Wij zijn fantastische probleem oplossers en zeer gewilde huwelijks partners,” vult Angelo aan in vlekkeloos Engels. Even denk ik te maken te hebben met een beroemd Portugees duo maar de waarheid blijkt minder spannend. “Wij zijn een van de weinigen uit onze stad met een geslaagde baan in Noord-Europa…”

Angelo en Simao maken deel uit van een groeiende stroom Zuid-Europeanen die hun kans schoon zien in het Noorden van Europa. Bij ons in de speeltuin klinkt steeds meer Frans, Spaans en Italiaans. Allemaal roepen ze hetzelfde: “Als ze maar niet denken dat ik ooit terug ga…” Onze gasten zijn ook hoog opgeleid maar zonder toekomst in eigen land. “Ik kan daar misschien wel een baan vinden maar belabberd betaald en niet op mijn niveau,” vertelt Simao en hij begint een klaagzang over het Portugese systeem dat muurvast zit in zijn eigen achterhaalde traditie. “Doe mij maar Scandinavië, ondanks het weer.”

Een week na het Portugese duo, staan twee Spaanse dames bij ons op de stoep. Ze hebben onze Bee-zonder-Bee voor tien dagen geboekt. Bij binnenkomst blijkt communiceren lastig maar met handen en voeten en het zo Spaans mogelijk uitgesproken Frans van Sophie komen we een eindje. Martina en Carla komen uit een dorp bij Barcelona en ze zijn rond 45 jaar oud. Martina schuift een briefje naar me toe. “We go here.” Er staat het adres van een taalschool in West op. “We learn English for work outside Spain.”

De hele week staan Martina en Carla vroeg op en komen ze laat thuis. Als ik vraag hoe de cursus vandaag was, gebaren ze met een glimlach dat ze moe zijn en verdwijnen ze naar boven met stapels huiswerk. Na tien dagen vertrekken ze. Sophie en ik zwaaien samen uit. De dames brabbelen ronduit en laten ons een certificaat zien. Enthousiast roepen we “yes!”, feliciteren ze en zeggen dat het zo leuk was om ze te gast te hebben. Als de deur dicht valt, kijken Sophie en ik elkaar aan. “Heb jij een woord verstaan van wat ze zeiden?”

Een Chinese Tomboy

20140726_chinesetomboyPieter-Bas van Wiechen runt samen met zijn vriendin Sophie, Dima (2,5) en Ramses (0) een Bee-zonder-Bee in Amsterdam-Oost. In de PS, de Zaterdagbijlage van Het Parool, doet hij deze zomer verslag van de avonturen in en om hun huis.

Kort haar, een hip-hop broek met kruis op haar knieën en baseballlpetje op haar hoofd. Als When Hui ons huis binnenstapt begint mijn “Gay-dar” als een gek te loeien. “Als dit geen lesbo is, ben ik Sinterklaas en krijg ik ter plekke een lange grijze baard,” denkt mijn rechter hersenhelft. “Stop toch eens met die vooroordelen!” corrigeert mijn linker brein. “Misschien is dit meisje louter een tom-boy en valt ze verder op jongens, weet jij veel.” Juist. Ik besluit het er niet over te hebben, al helemaal omdat de Chinese When samen met haar moeder Xin reist, een dame met een keurige boblijn, klassieke kleding en elke dag een andere broche op haar borst.

Moeder en dochter komen uit Shanghai en zijn hier om wat van Europa te zien en om uit te rusten. “Thuis zijn we altijd aan het werk,” zegt moederlief s’avonds bij het opwarmen van een bakje mie. “Ik werk in de hotelbranche terwijl When net als haar vader in de financiële dienstverlening werkt.” Xin slurpt wat eten naar binnen. “Mij man wilde niet mee, hij kan echt alleen maar werken.” Waar is When eigenlijk? Vraag ik na een tijdje. “Die is uit met een vriendin die ze heeft leren kennen via internet.”

O jee. Zou het dan toch? En waarom laat When haar moeder dan zo alleen? Ik begin te malen. Zou ze ooit aan ouders vertellen dat ze op meisjes valt? En hoe reageren die dan? Kan dat in China? Lesbisch zijn en als enig kind je ouders misschien wel nooit een kleinkind schenken. De volgende avond zie ik door het raam hoe When opnieuw de stad in fietst. Als een volleert fietser trekt ze op, voorwiel in lucht. Het meisje straalt de laatste dagen helemaal. Sophie en ik gunnen het haar van harte maar ondertussen zit haar moeder elke avond alleen bij ons thuis. Uit medelijden serveren Xin eindeloos kopjes thee, vertellen we spannende verhalen en zetten we Ramses regelmatig op haar schoot. We proberen Xin ook s’avonds vakantie te laten hebben, de dame zelf blijkt al die aandacht te kunnen waarderen. Gelukkig.

Dan is het maandag en na een bezoek van vijf dagen aan Amsterdam is het tijd voor vertrek. Xin verschijn s’ochtends vroeg al met haar koffers beneden en neemt afscheid. “Waar is When? Gaat zij niet mee?” vraag ik. “Nee,” antwoord Xin met een ondeugende glimlach. “Die reist nog door naar Berlijn terwijl ik alweer aan het werk moet bovendien slaapt ze nog even uit want ze heeft tot diep in de nacht met allerhande spannende vrouwen staan dansen in de ‘Truth’ of zoiets.”

Patrick Janssens over Job Cohen

Afgelopen zondag was de burgemeester van Amsterdam Job Cohen te gast bij de Brakke Zondag in de Brakke Grond te Amsterdam. Wij probeerden onze burgervader te ondervragen op persoonlijk vlak. Omdat de Brakke Zondag meestal ook aan Vlaamse input doet, toog ik met Daniel van Veen naar Antwerpen om daar Patrick Janssens uitspraken te ontlokken over zijn Amsterdamse collega. Kijk hier wat Rock en Roll Patrick te melden had:[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=p6hRun3wkD8[/youtube]