„Nu we even in Berlijn wonen moeten toch minstens een keer vet gaan clubben…“ een terechte opmerking van een van mijn uitwisselingscollega Ariane. Berlijn is de party hoofdstad van Europa en dat moet je natuurlijk gevierd hebben. „Misschien zaterdag…“ antwoorde ik.
„Ga je mee naar Berghain?“ voegde Ariane al op vrijdag de daad bij het woord. Het zou dus vanavond al gebeuren… Wist ik waar ik aan begon? Ariane had twee vriendinnen bij zich die mij wisten te vertellen dat deze tent totaal „Der Waaaaaaahnsinn“ was. Op de fiets dan maar. De GPS op mijn mobieltje wijst ons de weg, we laten grote doorgaande wegen achter ons en rijden uiteindelijk bijna ‘off road’ over een fabrieksterrein.
Daar in de middennachtelijke stadsschemering doemt hij op, de oude elektriciteitscentrale die tegenwoordig dienst doet als drie-dubbele- disco. Ondanks zijn dikke industriele muren is aan het gedreun duidelijk te horen dat het feestje al begonnen is. Heb ik hier zin in? Ik kijg alle tijd dat te bedenken want de rij voor de deur is minstens 30 minuten lang. Even geduld dus.
Daar staan we dan, eerst tussen lage dranghekken, daarna een tussen een hogere variant die normaal voor koeien bedoeld zijn. We kijken naar de deur. Er staat een man met lange zwartgrijze manen, zijn gelaat bedekt met tatoeages en grote stukken staal in zijn oren, lippen en neus. Hij kijkt iedere aspirant bezoeker aan en bromt dan iets. Tot mijn verbazing stuurt hij de helft van mensen die naar binnen willen weg.
Heb ik wel de juiste schoenen aan? Kan mijn vaal-zwarte capuchontrui wel? En grootste zorg: die bril van mij is die wel hip genoeg? Normaal doe ik uit principe niet aan disco’s met een vleeskeuring, maar nu blijf ik staan. Ik wil weten wie wel naar binnen komt en wie niet. Ik observeer, een stel met muffige hippies met dreadlocks komt erin, een groep Indiërs niet en twee Afrikanen weer wel, net als een hip uitgedoste kantoorklerk. Wat ik ook probeer er valt geen lijn in het deurbeleid te ontdekken.
In de rij kom ik wat meer te weten over het oord waar we voor de deur staan. De Berghain is een van de bekendste clubs van Berlijn en er doen de meest wilde verhalen de ronde. In 2009 uitgeroepen tot beste technotent in de wereld, tegelijkertijd zouden er iedere avond meer dan vijf sexuele contacten per vierkante kilometer zijn en schijnen er ook wilde homofeesten met een eindeloze reeks darkrooms plaats te vinden. En dan heb je natuurlijk het deurbeleid dat opzichzelf al even beroemd is als de DJ‘s binnen.
Dan is ons ‘uur u’ aangebroken. De haast buitenaardse verschijning van een uitsmijter kijkt ons aan en bromt nauwelijks te verstaan of we met z’n tweeën zijn. “Ja!” antwoord ik met een voor deze situatie opmerkelijke, maar door irritatie aangewakkerde, zekerheid. Ik lieg dat ik barst want enkele momenten eerder zijn er al twee van onze vriendjes door de ballotage gekomen. Een kort knikje naar rechts is de uitslag: we mogen naar binnen.
Na het betalen van een kaartje a raison van 12 euro krijg ik een stempel op mijn hand die eenvoudigweg ‘DRIN’ zegt. Een lange trap voert ons naar boven, een soort schacht in, de herrie tegemoet. Boven staan zo’n honderd mensen als bezetenen te dansen. Met elkaar zijn ze niet bezig, wel met de DJ die ze een haast religieuze ode brengen. De muziek is rauw, grillig en eclectisch. Natuurlijk het is techno maar rare maatsoorten worden niet geschuwd en de klanken doen ook aan Tool en Rammstein denken. Dit is vet, heel vet. De luidsprekers in de hoeken van de dansvloer zijn duidelijk gebouwd voor volume niet voor mooie klank. Mijn broekpijpen beginnen te wapperen en of nu wil of niet ik dans. Ik moet wel want alles, ook de grond onder mijn voeten, beweegt hier door de knallend harde beat.
Na mijn eerste rondje dansen besluit ik mijn oren toch een beetje te beschermen. In een toilet van trainspottingsoort vind ik wc papier dat gelukkig schoon genoeg is om in mijn oren te proppen. We zwerven door het gebouw: overal duistere hoekjes, in verschillende zalen andere DJ’s en een bonte stoet aan dansende mensen. Nog steeds geen lijn in de bezoekers te bekennen. Aan de muren hangt zo nu en dan een pikantie foto maar wij vinden op onze weg door het pand geen enkele darkroom en zien ook nergens een openlijke vrijpartij. Wel allerhande plekken die voor een intiem samenzijn uiterst geschikt zijn.
Om vijf uur ben ik de druk op mijn oren meer dan zat. Ik besluit naar huis te gaan. Ik loop naar buiten en zie tot mijn verbazing nog honderden mensen in rij staan. Waarschijnlijk gewapend met poeders en pillen denken zij nog lang niet aan een warm bed. Dit is echt the city that never sleeps, bedenk ik mij op de fiets. Eenmaal thuis merk ik dat ik zeker wat frequenties in mijn gehoor ben kwijt geraakt. Maar: het was de moeite waard. Total der Wahnsinn die Berghain!
Wie wil weten hoe de uitsmijter van de Berghain eruit ziet hieronder een filmpje, geschoten op een kerkhof. Wat blijkt? De meest gevreesde uitsmijter van Berlijn blijkt behalve deurkapo ook een gevoelige fotograaf te zijn:
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=VJle26E-Lsg[/youtube]