Tag Archives: De Nieuwe Reporter

‘Nederlandse kranten zijn oubollig’

KrantenkioskTerwijl de kwaliteitskranten in Nederland moord en brand schreeuwen over hun dalende oplages lijkt het goed te gaan met de kwaliteitsgazet in Vlaanderen. De Morgen, De Standaard en zakenkrant De Tijd lijkt een neergang bespaard te blijven. Hun oplages zijn stabiel en alle drie groeiden ze in 2008 zelfs een beetje. Is de Vlaming hopeloos ouderwets dat de krant het voornaamste medium blijft of doen de kranten het in Vlaanderen gewoon beter?

Geschreven voor De Nieuwe Reporter

Het afgelopen jaar viel bij ons in Brussel dagelijks een behoorlijke berg papier op de deurmat. Het thuisfront hielden we in de gaten met NRC Handelsblad terwijl het Belgische nieuws bij de koffie werd geleverd door afwisselend De Morgen en De Standaard. Na een periode wennen aan nieuwe woorden en (Germaanse) zinsconstructies zoals “ministers die afkomen”, “pistes die bewandeld worden” en “politiekers die er nochtans niet uit geraken,” viel ons pas echt op wat het verschil is: de Vlaamse kwaliteitskranten staren vooral naar hun Vlaamse navel.

Als voorbeeld leggen we op de “normale nieuwsdag” vrijdag 20 februari De Standaard en NRC Handelsblad eens naast elkaar. Even tellen laat meteen het grote verschil zien: de Vlaamse tabloid besteedt maar liefst tien pagina’s aan binnenlands (lees: vooral Vlaams) nieuws waarvan er twee zelfs regionaal zijn en vier(!) alleen over de Belgische en Vlaamse politiek gaan. NRC Handelsblad op groot formaat besteedt evenveel pagina’s aan binnenland als buitenland, namelijk twee. De aandacht voor economie is bij beide kranten ongeveer gelijk.

In deze telling lieten we de voorpagina’s even buiten beschouwing maar ook die verschillen. De Standaard heeft een opmerkelijk eigen verhaal over Fairtrade-goederen, volgens de krant doen die het ondanks de crisis goed. NRC Handelsblad geeft een overzicht van het nieuws dat we gedurende de dag al op nu.nl voorbij zagen komen en een foto van een nieuwe atlas over bedreigde talen.

Oubollig
“Ik verwonder me over Nederlandse kranten”, zegt Peter Vandermeersch, al tien jaar algemeen hoofdredacteur van De Standaard. “Ze zijn zo oubollig. Alleen NRC Next, die krant kan mij bekoren.” We ontmoeten de energieke Vlaming in zijn bescheiden kantoor op de redactie in Groot-Bijgaarden, even buiten Brussel. “De frisheid van Next zie ik niet bij NRC, niet bij Trouw en ook niet bij De Volkskrant. Ze hebben het stoffige karakter van kwaliteitskranten in de jaren tachtig. Je voelt gewoon dat zo’n krant als NRC Handelsblad zal sterven met zijn generatie lezers. Eigenlijk hadden ze van het gewone NRC meteen Next moeten maken.”

Peter Vandermeersch

Na deze stevige woorden wijzen wij voorzichtig op de stoffige kanten van zijn eigen krant, de nimmer aflatende stroom Wetstraat-avonturen, de overkill aan lokale drama’s en de summiere blik naar de wereld buiten Vlaanderen. Vandermeersch glimlacht: “Ik luister veel beter naar de markt dan mijn Nederlandse collega’s. Vijf jaar geleden bleek uit een enquête dat mijn lezers meer regionaal nieuws willen. Dus heb ik dat ingevoerd.” Met succes: de oplage van De Standaard steeg in 2008 met 1,3 procent naar ruim 83.000. “De gemiddelde Vlaming is een beetje bang voor de boze buitenwereld”, weet Vandermeersch. De Standaard brengt daarom vier lokale edities in samenwerking met Het Nieuwsblad, de andere krant van uitgever Corelio. “Lezer vraagt en is tevreden!”

Dure correspondenten heeft Vandermeersch afgeschaft. “Een kwart van ons redactiebudget ging naar correspondenten die toch grotendeels de New York Times en Le Monde overschreven.” Nu koopt De Standaard stukken van bijvoorbeeld NRC, de redactie schrijft zelf iets of maakt soms gebruik van een freelance correspondent. Vandermeersch: “De kwaliteit van onze buitenlandberichtgeving? Die is niet zo goed als die van de Volkskrant of NRC, maar ik ben ervan overtuigd: we zijn goed genoeg.”

Verkopen kan Vandermeersch wel, niet voor niets werd hij verkozen tot “Vlaams Marketeer 2007″ De strak in het pak zittende hoofdredacteur is niet alleen verantwoordelijk voor de inhoud van de krant maar ook voor de manier waarop deze in de markt wordt gezet. “Als hoofdredacteur maagdelijk willen zijn, dat is typisch Nederlands.” Vandermeersch doelt op de eeuwige strijd tussen uitgever en hoofdredactie. Daar heeft hij duidelijk geen last van.

redactie De Standaard

Te veel kwaliteitskranten
PCM heeft volgens Vandermeersch te veel kwaliteitskranten. “Een concern met drie kranten die allemaal min of meer hetzelfde schrijven is zinloos”, vindt Vandermeersch. “Ik heb hier wel eens een test gedaan. Neem verschillende stukken over de overwinning van Obama, knip de kop eraf en leg ze naast elkaar. Niemand kan zeggen uit welke krant het komt. Pluralisme stamt uit een periode dat de kranten nog verzuild waren. Die tijd ligt achter ons, ook in Nederland.” Vandermeersch weet zeker dat Van Thillo, momenteel op oorlogspad in Nederland, met één kwaliteitskrant verder wil. “Je kunt je tegenwoordig sowieso afvragen of we niet verder kunnen met één kwaliteitskrant in Vlaanderen en één in Nederland.”

De naam Van Thillo, die menige redactie doet sidderen, is gevallen. Christian Van Thillo is zonder twijfel de machtigste man in het Vlaamse medialandschap. Zijn concern De Persgroep is onder meer eigenaar van de Vlaamse Telegraaf Het Laatste Nieuws, delen van de commerciële TV-zender VTM, roddelblad Dag Allemaal en De Morgen, die andere kwaliteitskrant in Vlaanderen. Over de grens kocht de saneerder eerder al Het Parool, nu heeft hij zijn pijlen gericht op uitgever PCM. In plaats van bang voor zijn concurrent te zijn spreekt Vandermeersch vooral zijn bewondering uit voor de Vlaamse Murdoch. “Ik zou van hem heel veel kunnen leren. We elkaar een paar keer gesproken en ik zou zelfs wel voor hem willen werken.” Winstgevendheid, dat is ook voor Vandermeersch het allerbelangrijkst. “Zo laten ze ons met rust.”

Red uw Gazet
Van Thillo is onbereikbaar en ook andere hoge piefjes van De Persgroep houden hun lippen stijf op elkaar. Misschien zijn zij vooral bezig met de mogelijke overname van PCM. Dan maar eens te raden gaan bij de redactie van De Morgen. Laten die nou net een feestje organiseren in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) in Brussel.

Smoezelige journalisten in vale spijkerbroek, ongeschoren en met vettige haren staan vrijdagavond aan de bar pintjes weg te tikken. Dit zijn de makers van de krant die dagelijks door 52.000 Vlamingen wordt gelezen en die zijn oplage vorig jaar zag stijgen met 4,1%. Alle reden voor een feestje zou je denken, maar niets is minder waar. Vanavond wordt er gedronken uit protest want ondanks een stijging van de oplage lijdt de krant verlies en dreigt een kwart van het achtennegentig koppige personeel ontslagen worden. Stukken meer dan bij De Standaard waar de ontslagen op twee handen te tellen zijn.

‘Red Uw Gazet!” schreeuwen de buttons op de jasjes. “Onafhankelijk bloedbad”, lezen we boven het podium. Het stikt vanavond van de Bekende Vlamingen (BV-ers) in de KVS. Schrijver David Van Reybrouck, diverse Vlaamse politici en een heel kordon aan muzikanten steken de krant een hart onder de riem. Tom Barman en Flip Kowlier treden op. De Vlaamse trots Arno Hintjes kreunt “Stand Up For Your Right.” We wanen ons helemaal in de jaren tachtig.

Tijdens het debat horen we weinig nieuws, ondanks de stijgende oplages in Vlaanderen dalen de inkomsten en staat de kwaliteitsjournalistiek onder druk. “Deze bezuiniging zal leiden tot een slechtere krant waardoor de lezers vanzelf weg zullen lopen”, weet mediaprofessor Karin Raeymaeckers. De politiek bij monde van Vlaams minister-president Kris Peeters vraagt zich wanhopig af wat hij kan doen. Voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Journalisten Marc Van de Looverbosch wijst Van Thillo als schuldige aan. “Iedereen schreeuwt moord en brand terwijl Van Thillo bezig is Nederlandse kranten over te nemen. Dit is geen Persgroep dit is een pestgroep!” schreeuwt de gesubsidieerde Vrt-journalist.

Geen duivel
Zowel de hoofdredactie als de directie van De Morgen zijn de grote afwezigen. Politiek redacteur Liesbeth Van Impe voert het woord namens de bezorgde redacteuren. De redactie van De Morgen gelooft niet in de methode Van Thillo. “Eigenlijk is onze redactie al heel klein”, vertelt Van Impe. “Wij worden geacht een kwaliteitskrant te maken met minder dan honderd man. Een nog slankere redactie zal meer moeten produceren en nog afhankelijker zijn van de persbureaus.” Door dit verschil van inzicht heeft De Morgen van alle onderdelen binnen De Persgroep de meest moeizame verhouding met de grote baas.

Gek genoeg is Van Impe niet louter negatief over de man die soms de Vlaamse Berlusconi wordt genoemd. “Van Thillo is geen duivel, een krant heeft iemand nodig die er geld in stopt. Van Thillo is zo iemand. Hij heeft zelfs een hart voor kranten maar kan tegelijkertijd niet inschatten wat er nodig is voor het maken van een kwaliteitskrant.”

Gevolg is dat ook De Morgen uitblinkt in Vlaamse verhalen. “Nog voor De Standaard zijn wij begonnen met te schrijven wat de lezers willen”, vertelt Van Impe. “Kwaliteit zit hem niet in het soort onderwerpen maar in de manier waarop je ze benadert. Daarmee citeert Van Impe de opvallend afwezige hoofdredacteur van De Morgen Yves Desmet die halverwege de jaren negentig een trend zette met deze postmodernistische opvatting van kwaliteit. “In zekere zin zijn wij het tegenvoorbeeld van een klassieke krant als Le Monde.” Bij iedere nieuwe lay-out moet er geknokt worden voor het aantal buitenlandpagina’s.”

Het feestje wordt een echte doorzakker. De journalisten drinken en dansen tot zes uur in de morgen. Of dit de krant zal redden, weet niemand. Onze zoektocht naar het succes van de Vlaamse krant mondt uit in een teleurstelling. Zelfs een stijgende oplage blijkt geen garantie voor kwaliteitsjournalistiek.

Fortis: journalisten gedragen zich keurig

Vandaag op De Nieuwe Reporter:

Roddel en achterklap leidden de afgelopen weken en maanden tot een wereldwijde crisis in de financiële wereld. Fortis zegt slachtoffer te zijn geworden van een stroom aan geruchten, verspreid door speculanten. De koersen kelderden historisch. Resultaat: de Belgische bank is nu voor 49 procent in handen van de staat. Ook de Belgische marktleider Dexia is voor een deel genationaliseerd en nog vele andere financiële instellingen in de rest van de wereld.

Welke rol hebben journalisten gespeeld bij de spectaculaire koersval van Fortis? Hebben wij ons laten verleiden tot het rondbazuinen van geruchten? “Nee”, zegt woordvoerder Diederik Heinink van Fortis. “Het verhaal is natuurlijk wel opgepakt. Maar dat Fortis daadwerkelijk met een nieuwe aandelenuitgifte zou komen, heb ik nergens gelezen. En wij scannen de media continu.”

Vooral het interne mediacircuit op de beursvloer is ‘gevaarlijk’, zegt Heinink. E-mails en faxen gaan er razendsnel rond. Daar wordt de beurskoers bepaald. Ook Fortis heeft handelaren op de vloer. Zij onderschepten de geruchten snel en ontkenden ze pertinent. Zo ook één van de hardnekkigste roddels van vorige week: Fortis zou een grote som geld lenen van Rabobank. Maar het kwaad op de beurs was al geschied.

‘Aandeel Fortis in vrije val na geruchten.’ ‘Geruchten brengen Fortis verder in problemen.’ De media stonden er bol van. Op dat moment kan een bank ontkennen, maar heel veel zin heeft het niet: de negatieve spiraal is ingezet. Toch is Fortis volgens Heinink niet ontevreden: “In een enkel geval is het nieuws op een bepaalde manier opgeschreven dat je denkt, klopt dat wel helemaal? Dan plegen wij een belletje. Het is vrij complexe materie die niet altijd honderd procent goed wordt opgevat.” De Fortis-woordvoerder wil geen namen noemen. “Over het algemeen was de verslaggeving prima. De journalisten hebben zich keurig gedragen.”

Toezichthouder AFM (Autoriteit Financiële Markten) onderzoekt momenteel of er strafbare feiten zijn gepleegd. “Wij kunnen maatregelen nemen tegen diegenen die geruchten hebben verspreid en eventueel een boete opleggen”, zegt AFM-woordvoerder Imre de Roo. Dat geldt ook voor de media. “Jullie zijn een bron van informatie. Stel dát de media geruchten verspreiden, dan gelden voor jullie dezelfde regels.”

Fortis zegt te weten wie er achter de geruchten zit, maar houdt de informatie graag nog even geheim. Een officiële klacht is nog niet ingediend. De media gaan – wat Fortis betreft – in ieder geval vrijuit.

Belgische reljournalist Christophe Deborsu: ‘We worden als honden behandeld’

Na een politieke crisis van meer dan een jaar komen de Vlamingen en de Walen er nog steeds niet uit. Maandagavond ging premier Yves Leterme naar de Koning om zijn ontslag aan te bieden. De journalistiek speelde een grote rol in de crisis. Een geprek met reljournalist bij uitstek Christophe Deborsu.


Koffie
Voor de zoveelste dag op rij brengt het Belgische journaille de avond door op de stoep tegenover de ambtswoning van premier Yves Leterme. Soms loeren ze door de ramen waar je de onderhandelaars kunt zien zitten, in twee kamers. In de ene zitten de Franstaligen in de ander de Vlamingen. Ze praten, maken grappen en sturen SMS-jes naar de politieke kopstukken binnen. ‘Hoe lang nog?’ vraagt Christophe Deborsu aan zijn radiocollega. ‘Leterme zegt dat het nog wel eventjes gaat duren, hoe lang is dat eigenlijk eventjes?’ Gelach klinkt door de Labertmontstraat.

‘Zo gaat het nu al maanden,’ verzucht Christophe Deborsu. ‘En voor ons journalisten rest, weer of geen weer, slechts de stoep. Zonder koffie en beschutting. We worden als honden behandeld.’

Misschien wordt er zo nu en dan wel gegniffeld achter de gordijnen van de ambtswoning als de politici de journalisten zien verregenen. Laat ze maar lekker buiten staan. Eigen schuld dikke bult. Zeker als het de televisiemakers van de franstalige RTBF betreft, want zij gaven de crisis ruim een jaar geleden een behoorlijk zetje. Een nep-journaal Bye Bye Belgium over een onafhankelijk Vlaanderen en enkele vragen over de Belgische geschiedenis aan de Belgische premier die hij niet kon beantwoorden. Acties die niet echt bijdroegen aan de politieke vrede in België.

RTBF-journalist Christophe Deborsu (43) werkte mee aan het nep-journaal. Ook is hij de man die Leterme de Marseillaise liet zingen, in plaats van het Belgische volkslied. Al twintig jaar werkt Deborsu bij de Franstalige publieke omroep. Hij beantwoordt vragen zoals hij ze ook stelt, zijn mond in een positieve plooi en met een ondeugende blik in zijn ogen.

Akkefietjes met de premier
‘We kwamen op het idee toen we ons realiseerden dat een derde van de Vlaamse afgevaardigden sinds de verkiezingen van 10 juni 2007 de Vlaamse onafhankelijkheid in het programma had staan,’ vertelt Deborsu. Niet alleen het Vlaams Belang streeft een zelfstandig Vlaanderen na maar ook de Nieuw-Vlaamse Alliantie (NV-A), de Vlaamse Rita Verdonk Jean-Marie Dedecker en het links-liberale partijtje Spirit hebben de onafhankelijkheid in hun programma staan. ‘Wij vonden dat de Walen dat moesten weten. We kozen daarbij voor de vorm van een actualiteitenprogramma, omdat televisie in onze ogen emotie is. We wilden dat mensen het aan den lijve zouden ondervinden.’

De gevolgen waren desastreus, de noodnummers in Wallonië stonden roodgloeiend en mensen belden geschrokken met familie over de taalgrens. Ondanks allerhande weggevers in het programma duurde het heel lang voordat de Walen door hadden dat het niet waar was wat ze zagen. Het werd ook pijnlijk duidelijk hoe gespleten het land is, tijdens het nep-journaal was op de VRT gewoon een voetbalwedstrijd bezig en vrijwel niemand bleek de Vlaamse zender te checken.

‘De verhoudingen tussen Wallonië en Vlaanderen hadden in de verkiezingscampagne nauwelijks een rol gespeeld terwijl die spanningen het land nu al ruim een jaar lamleggen’, vertelt Deborsu. ‘Meteen na het de uitzending wezen veel mensen met een beschuldigende vinger naar ons, wij zouden het probleem veroorzaakt hebben. Premier Leterme was woest en anderen vergeleken de RTBF met Radio Mille Collines, de zender die de Hutu’s in Rwanda opgeroepen had tot de genocide op de Tutsi’s. In mijn ogen zijn wij nergens schuldig aan. Het waren de nationalistische partijen die de verkiezingen in Vlaanderen gewonnen hadden. Wij lieten alleen maar zien waar het toe zou kunnen leiden.’

De relaties tussen de Franstalige media en de Vlaamse politici werden door de uitzending danig verziekt. Deborsu deed er onbewust een schepje bovenop toen hij op de nationale feestdag van België op pad werd getuurd om de dames en heren politici te interviewen voor de jaarlijkse bijeenkomst. ‘Ik moest ze natuurlijk vragen naar de stand van zaken in de formatie maar wist van tevoren dat ze daar niet veel over te zeggen zouden hebben. Toen ik Leterme tegenkwam vroeg ik hem naar de betekenis van 21 juli, en tot mijn verbazing wist hij dat niet. Toen vroeg ik hem of hij de Brabanconne, het nationale volkslied van België wilde zingen en hij zette de Marseillaise in. Dit alles gebeurde in twintig seconden maar het werd wereldnieuws.’

‘De dag erna probeerde ik hem te vragen waardoor hij het Franse volkslied begon te zingen maar ik werd genegeerd’, vertelt Deborsu. ‘De maanden daarna werd dat alleen maar erger.’ Een aantal Vlaamse politici wilde de RTBF niet eens meer te woord staan. Het conflict duurde maanden en er was een heus verzoeningsontbijt met de premier voor nodig om de situatie weer werkbaar te maken. ‘Leterme heeft me nog niet zo lang geleden eindelijk uitgelegd wat er mis was gegaan. Hij dacht dat ik aan hem vroeg een willekeurig volksliedje te zingen, niet het volkslied. De premier komt uit het dorp Wervik op de Franse grens, daar hebben ze een levendige liedcultuur met veel Franstalig repertoire. De Marsailleise vormt daar een onderdeel van.’ Inmiddels is de relatie met de premier weer verbeterd. ‘Toen ik laatst met een hersenschudding in het ziekenhuis lag stuurde hij mij zelfs een kaartje. Daarna ben ik op Facebook maar lid geworden van de Leterme fanclub.

Bloggen over de taalgrens
De voertaal van het interview op de stoep voor de Leterme’s ambtswoning is al vanaf het begin Nederlands. Sommige RTBF-collega’s kijken ons daarbij soms met grote vraagtekens aan. ‘Ik praat jullie taal graag, alleen krijg ik niet zo vaak de kans. Als Vlamingen met mij praten dan schakelen ze meteen over op het Frans omdat ze die taal beter willen leren.’

Deborsu beheerst het Nederland opvallend goed. ‘Het is in mijn familie een traditie om een periode in Vlaanderen te studeren. Ik vind het heel belangrijk dat je de andere landstaal leert.’ De journalist en vader van drie kinderen studeerde zelf rechten in Leuven en zijn oudste zoon van dertien zit al een paar jaar op een internaat in Mechelen. ‘Het is voor zijn carrière alleen maar goed. Eigenlijk zouden alle Franstaligen dat moeten doen.’

Mede door zijn goede Nederlands is Deborsu een van weinige Waalse journalisten die ook werkt voor de Vlaamse media, hij heeft een weblog op de site van de VRT en hij heeft twee keer in de week een column in de Standaard.

Zijn blog is even confronterend van stijl als zijn werk op televisie. Hij werpt regelmatig knuppels in het Vlaamse hoenderhok. Hij wijst op hardnekkige historische misverstanden, komt met creatieve oplossingen voor de crisis en belicht de zaak van Waalse kant. Zijn stijl levert een pittige stroom van reacties op. Zoveel dat hij niet eens de tijd heeft om ze allemaal te beantwoorden.

‘Ik zie mezelf als journalist en niet als wetenschappelijke opiniemaker, toch kun je in een weblog iets meer mening kwijt. Misschien is mijn journalistieke stijl wel een beetje opiniërend maar het is vooral de bedoeling dat mensen zich bewust worden van wat er gaande is.’

Digibetistan
Inhoudelijk is de journalistiek in België is al net zo verdeeld als de politiek. De Franstaligen kijken nauwelijks naar de andere kant van de taalgrens en de Vlamingen doen hetzelfde. ‘Soms is dat best lastig’, weet Deborsu. ‘Onze kijkers en lezers willen sommige Vlaamse politici de grond in hebben en daardoor kun je ongestraft heel ver gaan. Op dit moment is een liggen Bart De Wever en Le Soir weer in conflict.’

Het gat tussen de Vlaamse en Waalse journalistiek is door de crisis vooral kleiner geworden. ‘We zien elkaar tegenwoordig zo vaak dat we elkaar steeds beter leren kennen. Ook de Vlaamse journalistiek heeft steeds meer interesse in ons. Ook in de politiek zie je vooruitgang. De twee grootste amokmakers in het debat, Joelle de Milquet van de Waalse christendemocraten en de Vlaams nationalist Bart De Wever hebben de andere landstaal stukken beter leren spreken’, zegt Deborsu met een grijns. ‘Sterker nog: ze hebben elkaar buiten de politieke arena gevonden. Ze hebben kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd.’

Het is op zijn minst opvallend dat Deborsu een weblog heeft bij een Vlaams medium en niet bij een Franstalig. Dat heeft te maken met de Belgische blogcultuur, of het gebrek daaraan. ‘De RTBF heeft geen weblogs en er moet in België sowieso nog een hoop gebeuren op het nieuwe mediagebied. Ik las laatst dat Belgie een van de landen in Europa is met de minste internetaansluitingen per gezin. Ik vermoed dat de media zich hier zich niet anders zullen ontwikkelen dan elders, maar dan moet er wel wat gebeuren…’

Als de Belgische journalist te horen krijgt dat de publieke omroep in Nederland bijna al zijn programma’s gratis aanbiedt op uitzendinggemist.nl kijkt hij ons vol ongeloof aan. ‘Echt? Alle programma’s gratis? Ongelofelijk, zover zijn wij nog lang niet. Bij ons staat alleen het journaal online. Dan lopen we echt achter…’

Het gebrek aan blogs en snelle internetjournalistiek in België heeft deels te maken met geld. De publieke omroep, zeker de Franstalige RTBF, is arm. Er is dus geen geld om te investeren in nieuwe media. In Vlaanderen wordt het mondjesmaat beter maar in Vlaanderen heeft het geen prioriteit. Tekenend voor die situatie is de rechtszaak die een aantal Waalse kranten begon tegen Google News. Ze zijn van mening dat Google de auteursrechten schendt en moet betalen voor de overgenomen stukken. Iedere andere krant ziet het aantal bezoekers op zijn site stijgen en pogen dat om te zetten in meer lucratieve advertentie-overeenkomsten.

Na uren wachten in de kou zwaaien midden in de nacht de deuren van Letermes ambtswoning open en komt de premier naar buiten. De politieke journalisten duiken bovenop de man en onderwerpen hem aan een spervuur van vragen. Het resultaat is weer mager, de premier zegt alleen dat het moeilijk is en dat hij het debat niet via de camera’s wil voeren. Dan zijn de politici gevlogen, de journalisten op de stoep hangen nog wat na en maken geen aanstalten om te vertrekken, het lijkt wel of ze hier wonen.

Zo gaat het hier al jaren en zo blijft het hier nog jaren. Zonder koffie, wc of internet. Eigenlijk vindt Deborsu het best prima. Hij is eigenlijk een wat ouderwetse journalist die zo nu dan iets stouts uithaalt in een ietwat digibetisch land. Hij zal de laatste zijn om het te ontkennen. Wij worden er inmiddels een beetje ongeduldig van en knijpen er stiekem tussenuit. ‘Wachten’, roept de altijd vrolijke Deborsu ons nog na, ‘dat kun je leren!’ Slaap lekker Christophe.

Internetpionier De Vree doet het nu voor 160 euro per maand

Vandaag op De Nieuwe Reporter

In het zuid-oosten van België, aan de voet van de Ardennen, woont Ren de Vree (61), een van de journalistieke internetpioniers. Hij probeerde als een van de eersten voor traditionele media geld te verdienen op het internet en stond aan de wieg van VillaMedia. Een paar jaar geleden verruilde De Vree het leven onder de rook van Rotterdam voor het Waalse landschap. Daar geniet hij van zijn prepensioen en bestiert in z’n eentje het Waals Weekblad, de enige Nederlandstalige site over Franstalig België.

De Vree mag dan in Wallonië zitten, hij houdt Nederland scherp in gaten. Via het web en de satellietschotel in zijn achtertuin. “Het medialandschap zal de komende jaren verder veranderen”, voorspelt De Vree. “De doelgroepmedia zullen verder groeien en die informatie zal steeds vaker gratis zijn.”

Pieken op het web
Een beetje Belg is De Vree al geworden. Tijdens een uitgebreide lunch inclusief een Belgisch biertje, Ardennerpaté en Nederlandse pindakaas blikt de internetjournalist terug op zijn carrière. Door een oogprobleem kwam De Vree terecht op de computerafdeling van Het Vrije Volk. “Daar maakte ik kennis met de eerste variant van internet. Een zwart scherm waar je alleen met tekst kon communiceren. Op een of andere manier wist ik toen al zeker: dit gaat heel groot worden.”

Hoe kunnen we rijk worden met internet, moet PCM gedacht hebben toen het concern De Vree bij Het Vrije Volk oppikte. Hij mocht het proberen en zette voor de krantengigant een consumentenwebsite op. Ook bedacht hij een eenvoudige internetpagina met links. “Eigenlijk heb ik het concept van Startpagina ontworpen,” vertelt De Vree met een zekere trots. Maar winstgevend werd het niet en PCM had geen geduld om op het grote geld te wachten. In 2001 stootte het bedrijf het grootste deel van zijn internettak af. “Eeuwig zonde”, vindt De Vree.

Wat hem bij PCM niet lukte kreeg hij wel voor elkaar bij de Nederlandse Vereniging van Journalisten. “De NVJ had toen geen exposure. Er bestond een kleine site voor journalisten, maar die was zo goed als dood. De site VillaMedia heb ik in een weekend in elkaar geknutseld.” Het bleek een gouden greep. Binnen de kortste keren stroomde het geld binnen. Het geheim? De vacatures. De Vree: “Aan dat lijstje verdienen ze tegenwoordig tonnen. Eigenlijk drijft de hele NVJ zo’n beetje op VillaMedia”.

Het concept is simpel: “Zorg dat je volledig bent en dat je alle vacatures hebt. De media kunnen zelf een vacature plaatsen voor 125 euro maar intussen struint VillaMedia ook andere sites af, op zoek naar banen voor journalisten. Wil je in de lijst opvallen, dan is een logo-tje handig. Dat kan, tegen betaling. Villamedia trekt goede journalistieke kandidaten, veel beter dan andere vacaturesites.’

Concurrentie in de niche
Alles hebben voor een bepaalde doelgroep is volgens De Vree het geheim van een succesvolle website. “VillaMedia verzamelde al het medianieuws en alle nuttige links op een plek,” verzekert hij. Een snelle blik op zijn huidige website van het Waals Weekblad laat zien dat hij houdt van die volledigheid en dat levendigheid voor De Vree voor een groot deel bestaat uit een grote hoeveelheid links.

De Vree krijgt bij de nieuwe VillaMedia-site het gevoel dat juist die volledigheid minder voorop staat. “De site is strak maar wel een beetje kil,” vindt hij. “Daarbij is VillaMedia zijn niche een beetje kwijt door de komst van De Nieuwe Reporter. VillaMedia is nu niet meer de enige partij op de markt. DNR heeft meer inhoudelijke stukken en geeft ook een overzicht van vacatures. Maar gelukkig heeft VillaMedia op dat laatste gebied nog steeds een voorsprong.”

Na VillaMedia tot een succes gemaakt te hebben arriveerde De Vree vijf jaar geleden in Wallonië. “Toen ik hier aankwam, constateerde ik verbaasd dat er in dit tweetalige land geen Nederlandstalig blaadje was voor bewoners van Wallonië. Tel daarbij op dat ze de Franstalige media niet volgen.” En dus begonnen de handen van de geprepensioneerde De Vree te jeuken. “Ik zag meteen een markt want hier in Wallonië wonen zo’n zevenduizend Nederlanders en dan hebben we nog geen idee hoeveel Vlamingen hier wonen.”

“Die doelgroep is misschien wel klein maar ze hebben een specifieke interesse en dezelfde behoeftes,” legt De Vree uit. “Behalve nieuws uit de regio willen ze bijvoorbeeld graag een loodgieter en een dokter die ook Nederlands spreekt. Zo heb ik ook een pagina met slagerstermen, handig want juist alledaags Frans blijkt vaak moeilijk.”

“Alles weten, dan komt de commercie vanzelf”, vat De Vree samen. “VillaMedia werkt ook zo. Geld verdienen mag nooit het eerste doel zijn en mensen houden van betrouwbaarheid.” Dat is volgens de hoofdredacteur de waarde van de journalistiek op het internet. “Mensen zijn niet gek en hebben heus wel door als je ze alleen maar iets wilt slijten. Daarom zullen journalisten nooit uitsterven.”

De Vree is er nog steeds van overtuigd dat internet de toekomst is. “Als de gedrukte media willen overleven dan zullen ze vaker gratis moeten worden. Ik zou het interessant vinden als ook HP/De Tijd en andere tijdschriften een dergelijk experiment aan zouden gaan.”

Daten met je lezers
Maar scoren in de journalistiek doe je volgens De Vree niet alleen met gratis kwaliteit in een niche, persoonlijkheid scoort ook. De Vree: “Hier in Marche-en-Flamenne hebben wij Nederwalen regelmatig een feestje op kasteel Beauchamps, het optrekje van twee Nederlandse homo’s. Daar praten, drinken en roddelen we over Belgen. En ik maak daar natuurlijk reclame voor op mijn site. Het gaat om het community-gevoel.” Op de site van het Waals Weekblad geeft een teller aan hoeveel nachtjes het nog slapen is voor de volgende fuif. “Sommige bloggers, zoals Volkskrant-correspondent Bart Dirks, doen dat ook. Hij nodigt zijn lezers van tijd tot tijd uit voor een dinertje in de Belgische hoofdstad.”

Het Waals Weekblad is nog geen grote geldmachine. “Het levert me per maand maar 160 euro op. Honderd euro van directe adverteerders en zestig via Google-ads. Maar ik mag ook niet teveel verdienen in verband met mijn pensioen,” zegt De Vree, terwijl hij een slokje van zijn bier neemt.

En verder? “Ach, niet zoveel. Niet voor tienen opstaan, een beetje schaken met de buurman en wat schoffelen in mijn moestuin. Trouwens: ik ben gestopt met courgettes, want die moet je steeds opnieuw planten, ik ben nu op zoek naar een slasoort die de winter doorkomt.”