Tag Archives: Duitsland

Poetsen omdat je jarig bent

Deprecated: Function get_magic_quotes_gpc() is deprecated in /data/www/levenoppluto.nl/www/wp-includes/formatting.php on line 4371

Volgens een diep geworteld Duits geloof zullen mensen die hun hele leven vrijgezel blijven branden in de hel. In Bremen vegen mannen op hun dertigste verjaardag de trappen van de Dom om ervoor te zorgen dat ze geen vrijgezel blijven. Luister hieronder naar een reportage van Vpro’s metropolis hoe dat in zijn werk gaat:

Eigen bier eerst

Deprecated: Function get_magic_quotes_gpc() is deprecated in /data/www/levenoppluto.nl/www/wp-includes/formatting.php on line 4371

Wie dacht dat België het bierland bij uitstek is, heeft het mis. Zeker als je het onze oosterburen vraagt. Die zullen je altijd laten weten dat het beste bier toevallig uit hun geboortedorp komt.

Ik ging voor Vpro’s metropolis in Keulen op zoek naar de haast mythische Duitse liefde voor gerstenat. En zo’n zoektocht kun je maar beter vroeg beginnen…

Geen flash? download de reportage

Kind oder Karriere

Deprecated: Function get_magic_quotes_gpc() is deprecated in /data/www/levenoppluto.nl/www/wp-includes/formatting.php on line 4371

Met Angela Merkel mag Duitsland dan iets hebben waar wij in Nederland nog altijd op wachten: een vrouw in het hoogste politieke ambt, het wil nog niet zeggen dat onze oosterbuur door kan als het meest geëmancipeerde van Europa. Duitsland loopt ver achter bij Nederland en Zweden: er werken minder vrouwen en aan de top zijn ze ook minder te vinden. Het lijkt kiezen te zijn: of kinderen of een carriere. Je kunt je afvragen hoe dit mogelijk is in een ronkende economie als de Duitse.

Pieter-Bas van Wiechen bezocht in Keulen dertig jarige Tessa Lohausen, moeder van twee kinderen: van zes maanden en twee-en-eenhalf jaar en Heidi Schukller, babyboomer carrièrevrouw en moeder…

Geen flash? download de reportage

DRIN!


„Nu we even in Berlijn wonen moeten toch minstens een keer vet gaan clubben…“ een terechte opmerking van een van mijn uitwisselingscollega Ariane. Berlijn is de party hoofdstad van Europa en dat moet je natuurlijk gevierd hebben. „Misschien zaterdag…“ antwoorde ik.

„Ga je mee naar Berghain?“ voegde Ariane al op vrijdag de daad bij het woord. Het zou dus vanavond al gebeuren… Wist ik waar ik aan begon? Ariane had twee vriendinnen bij zich die mij wisten te vertellen dat deze tent totaal „Der Waaaaaaahnsinn“ was. Op de fiets dan maar. De GPS op mijn mobieltje wijst ons de weg, we laten grote doorgaande wegen achter ons en rijden uiteindelijk bijna ‘off road’ over een fabrieksterrein.

Daar in de middennachtelijke stadsschemering doemt hij op, de oude elektriciteitscentrale die tegenwoordig dienst doet als drie-dubbele- disco. Ondanks zijn dikke industriele muren is aan het gedreun duidelijk te horen dat het feestje al begonnen is. Heb ik hier zin in? Ik kijg alle tijd dat te bedenken want de rij voor de deur is minstens 30 minuten lang. Even geduld dus.

Daar staan we dan, eerst tussen lage dranghekken, daarna een tussen een hogere variant die normaal voor koeien bedoeld zijn. We kijken naar de deur. Er staat een man met lange zwartgrijze manen, zijn gelaat bedekt met tatoeages en grote stukken staal in zijn oren, lippen en neus. Hij kijkt iedere aspirant bezoeker aan en bromt dan iets. Tot mijn verbazing stuurt hij de helft van mensen die naar binnen willen weg.

Heb ik wel de juiste schoenen aan? Kan mijn vaal-zwarte capuchontrui wel? En grootste zorg: die bril van mij is die wel hip genoeg? Normaal doe ik uit principe niet aan disco’s met een vleeskeuring, maar nu blijf ik staan. Ik wil weten wie wel naar binnen komt en wie niet. Ik observeer, een stel met muffige hippies met dreadlocks komt erin, een groep Indiërs niet en twee Afrikanen weer wel, net als een hip uitgedoste kantoorklerk. Wat ik ook probeer er valt geen lijn in het deurbeleid te ontdekken.

In de rij kom ik wat meer te weten over het oord waar we voor de deur staan. De Berghain is een van de bekendste clubs van Berlijn en er doen de meest wilde verhalen de ronde. In 2009 uitgeroepen tot beste technotent in de wereld, tegelijkertijd zouden er iedere avond meer dan vijf sexuele contacten per vierkante kilometer zijn en schijnen er ook wilde homofeesten met een eindeloze reeks darkrooms plaats te vinden. En dan heb je natuurlijk het deurbeleid dat opzichzelf al even beroemd is als de DJ‘s binnen.

Dan is ons ‘uur u’ aangebroken. De haast buitenaardse verschijning van een uitsmijter kijkt ons aan en bromt nauwelijks te verstaan of we met z’n tweeën zijn. “Ja!” antwoord ik met een voor deze situatie opmerkelijke, maar door irritatie aangewakkerde, zekerheid. Ik lieg dat ik barst want enkele momenten eerder zijn er al twee van onze vriendjes door de ballotage gekomen. Een kort knikje naar rechts is de uitslag: we mogen naar binnen.

Na het betalen van een kaartje a raison van 12 euro krijg ik een stempel op mijn hand die eenvoudigweg ‘DRIN’ zegt. Een lange trap voert ons naar boven, een soort schacht in, de herrie tegemoet. Boven staan zo’n honderd mensen als bezetenen te dansen. Met elkaar zijn ze niet bezig, wel met de DJ die ze een haast religieuze ode brengen. De muziek is rauw, grillig en eclectisch. Natuurlijk het is techno maar rare maatsoorten worden niet geschuwd en de klanken doen ook aan Tool en Rammstein denken. Dit is vet, heel vet. De luidsprekers in de hoeken van de dansvloer zijn duidelijk gebouwd voor volume niet voor mooie klank. Mijn broekpijpen beginnen te wapperen en of nu wil of niet ik dans. Ik moet wel want alles, ook de grond onder mijn voeten, beweegt hier door de knallend harde beat.

Na mijn eerste rondje dansen besluit ik mijn oren toch een beetje te beschermen. In een toilet van trainspottingsoort vind ik wc papier dat gelukkig schoon genoeg is om in mijn oren te proppen. We zwerven door het gebouw: overal duistere hoekjes, in verschillende zalen andere DJ’s en een bonte stoet aan dansende mensen. Nog steeds geen lijn in de bezoekers te bekennen. Aan de muren hangt zo nu en dan een pikantie foto maar wij vinden op onze weg door het pand geen enkele darkroom en zien ook nergens een openlijke vrijpartij. Wel allerhande plekken die voor een intiem samenzijn uiterst geschikt zijn.

Om vijf uur ben ik de druk op mijn oren meer dan zat. Ik besluit naar huis te gaan. Ik loop naar buiten en zie tot mijn verbazing nog honderden mensen in rij staan. Waarschijnlijk gewapend met poeders en pillen denken zij nog lang niet aan een warm bed. Dit is echt the city that never sleeps, bedenk ik mij op de fiets. Eenmaal thuis merk ik dat ik zeker wat frequenties in mijn gehoor ben kwijt geraakt. Maar: het was de moeite waard. Total der Wahnsinn die Berghain!

Wie wil weten hoe de uitsmijter van de Berghain eruit ziet hieronder een filmpje, geschoten op een kerkhof. Wat blijkt? De meest gevreesde uitsmijter van Berlijn blijkt behalve deurkapo ook een gevoelige fotograaf te zijn:

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=VJle26E-Lsg[/youtube]

Een grimmige Koninginnedag

1 mei dag van de arbeid! Dus pak je s’ochtends je biezen en ga je naar je werk. Het is dat het vandaag zondag is, anders hadden wij Nederlanders dat massaal gedaan. In vrijwel elk ander land kijken mensen hier met gefronste wenkbrauwen naar. Is de dag van de arbeid niet juist om je even aan het juk van die eeuwige sleur te ontrekken?

In Duitsland bijvoorbeeld is 1 mei een haast heilige feestdag. De meeste mensen trekken erop uit of slapen hun roes van het mei-feest de dag ervoor uit. Wie iets meer vertier wil, bezoekt een van de vele feestjes die deze dag in Duitsland zijn. In Berlijn is het centrum van de eerste mei activiteiten te vinden rond U-bahnstation Kottbuser Tor in Kreutzberg.

Het heeft wel iets weg van Koninginnedag. Hordes mensen proppen zich door de straten, jong en oud vertonen hun muzikale en (semi)theatrale kunsten en het bier vloeit rijkelijk. Het enige wat op het eerste gezicht ontbreekt is de vrijmarkt. Toch doet een groep er een beetje aan denken: Turkse ondernemers staan aan de kant van de straten met een brede grijs op het gezicht kilo’s köfte aan de man brengen. Voor hun betaalt de dag van arbeid misschien wel meer dan een enkel dagje vrij. Je ziet ze rekenen: dit jaar misschien een extra weekje Turkije?

Even denk je: het valt best wel mee, het is gewoon een volksfeest. Maar dan ineens, zo tegen het eind van de middag kleurt de Kottbuser Tor zwart. Uit alle hoeken en gaten stromen ze toe. Gehuld in leren jassen, zwarte capuchontruien en opvallend vaak nike-sportschoenen. Ze noemen zich autonoom, anarchist, anti-globalisten of in elk geval iets dat links en tegendraads klinkt. Ze dragen rode vlaggen, protestborden en ze scanderen leuzen.

Gegen Atomkraft! Gegen Gentrificierung! Gegen Kapitalismus! Gegen…. Om mij heen is iedereen tegen. Gegen Nazis! Gegen Amerika! Bundestag Hurensohn! Huh? Ik knipper met mijn ogen, het lijkt een grote flashback van een tijd die ik een beetje ken als kind. Zoveel punkkapsels en gescheurde broeken heb ik in geen jaren meer gezien.

Ik zoek een lijn in het protest maar kan hem niet vinden. Tegen het systeem betekent voor iedereen hier wat anders. Nou ja … Tegen de politie zijn ze in ieder geval allemaal. Wie hier niet tegen is, is oom agent. Als groene riviertjes bewegen de bromsnorren zich in een sliert door de massa of ze staan als kleine eilandjes in de mensenzee met een man of vijf in een rondje, de ruggen naar elkaar toe. Allemaal hebben ze zo’n grote ME helm in hun handen. Ze kijken angstig en controleren zo nu en dan tas.

Waar ben ik eigenlijk tegen? Ik stel mezelf deze ‚maatschappij krietiese‘ vraag en denk na. Eigenlijk niks. Ik ben vooral voor, voor de zon die schijnt, nu op dit moment. Laat ik een terras zoeken. Ik pak mijn fiets en verlaat de betoging.

Terwijl ik slalommend tussen de politiebusjes rijd, bedenk ik toch iets waar ik tegen ben: de monarchie! Even twijfel ik, moet ik terug gaan en hard ‚Beatrix raus!‘ gaan roepen? Dan bereik ik het feestinferno dat bij de Kottbuser Tor achtergelaten is: vieze straten, vette lucht en zatte mensen. De vrolijkheid is hier ver te zoeken, oom agent is ook hier overal en zo nu en dan roept iemand, die doet alsof het feest nog gaande is, iets provocerends in hun richting. En dan schrik ik, stel je voor: Nederland zonder Koninghuis… Dat betekent geen Koniginnedag en voor je het weet gaan we dan ook tegen het systeem terug naar de jaren tachtig. Nee! Ik zet volgend jaar gewoon mijn oranje muts weer op en daarom mag Bea best blijven.

Wenn Niederländer Deutsch sprechen – wie Hape Kerkeling, nur noch schlimmer

Die niederländische Königin Beatrix ist auf Staatbesuch in Deutschland. Es geht um Beziehungen: Wirtschaft, Kultur und Jugend. Aber wie steht es um die deutsche Sprache in dem kleinen Nachbarland an der Nordsee?
„Hallo! Ich bin der Beatrix und ich komme Mittagessen mit der Präsident!“ Viele Deutsche werden zuerst an Hape Kerkeling denken, wenn sie vom Staatsbesuch der niederländischen Königin Beatrix hören, die an diesem Dienstag in Berlin eintrifft. Der Deutsche Komiker perfektionierte in seiner Persiflage von 1991 das Deutsch vieler Niederländer, als er sich für die Königin ausgab.
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=O3YlBZ2VFzs&noredirect=1[/youtube]
Dabei gibt es natürlich viele Holländer, die sehr gut Deutsch sprechen. Es sieht aber so aus, als würde Kerkelings Niederdeutsch der neue Standard werden: Denn nicht jeder Niederländer wird in Zukunft Deutsch in der Schule lernen. Königin Beatrix kommt mit großem Gefolge nach Deutschland. Drei Minister, Thronfolger Willem-Alexander und seine argentinische Frau Maxima sind dabei. Und das ist nicht alles: Das gesamte Königliche Concertgebouw Orchester mit Chefdirigent Mariss Jansons und die international gefeierte Geigerin Janine Jansen sind engagiert als Ehrung für die deutschen Würdenträger. Erstaunlich ist das nicht: Beiden Ländern liegt viel an einer guten Beziehung. Es geht nicht um Höflichkeit oder darum, Kriege zwischen den Ländern zu verhindern. Es geht vor allem um Geld, sehr viel Geld. Deutschland ist Hauptexportpartner der Niederlande. 24,3 Prozent seines gesamten Exports ist 2009 an den Nachbarn gegangen. Beim Import waren es 19 Prozent. Gleichzeitig ist das kleine Land an der Nordsee der zweitgrößte Handelspartner von Deutschland. Ein Handelsvolumen von 130 Milliarden Euro geht jedes Jahr über die Grenze. Angesichts dieser Zahlen sollte es nicht überraschen, dass die Niederlande bei ihrem Staatsbesuch in Deutschland tief in die Tasche greifen. Wenn es der deutschen Wirtschaft schlecht geht, leidet auch das Land der Käseköpfe. Und wenn die Wirtschaft in Deutschland anzieht, freuen sich die Holländer über bessere Zeiten. In der Beziehung zwischen Deutschland und den Niederlanden läuft es gut – nicht nur wirtschaftlich. Linda de Mol und Sylvie van der Vaart haben den Verlust Rudi Carrels wieder wettgemacht und erhalten in Deutschland das Andenken an die Niederlande. Eine Bundesliga ohne holländische Fußballspieler und Trainer ist heute undenkbar. Auf höherer kultureller Ebene halten Sänger wie Herman van Veen, Regisseur Johan Simons von den Münchener Kammerspielen und Dirigent Bernhard Haitink die niederländische Ehre hoch. Handel mit Deutschland treiben, Beziehungen aufzubauen oder hier zu arbeiten. Das ist für viele Niederländer verhältnismäßig einfach, weil sie die Sprache verstehen und meist auch sprechen können. Deswegen ist der kleine Nachbar so präsent in Deutschland. Aber ob das in zehn Jahren immer noch so sein wird? Bis vor fünf Jahren noch lernte jeder Schüler mindestens ein Jahr lang Deutsch in der Schule. Heute wird nur noch Englisch verpflichtend unterrichtet. Eine zweite Sprache können die Schüler wählen. Früher waren das Deutsch und Französisch. Jetzt steigt die Popularität von Spanisch, Türkisch und Arabisch. An der Grenze entscheiden sich viele Schulen und Schüler noch immer für Deutsch, weil sie oft nach ins Nachbarland fahren, etwa um billiges Benzin zu tanken. Einige Kilometer weiter im Land ist es mit dem Deutschen wie mit einer vom Aussterbenden bedrohten Tierart. Wer die Jugend hat, hat die Zukunft, müssen sich die Niederländer angesichts des Staatsbesuchs gedacht haben. Beatrix und ihr Gefolge besuchen eine Tanzakademie in Dresden, in Berlin stehen drei Programmpunkte mit Jugendlichen auf dem Plan, meist kennzeichnend für die Beziehung: Prinzessin Maxima und Frau Wulff besuchen eine Schulstunde zum Umgang mit Geld und zeigen damit, dass sie auch in die Zukunft auf gute wirtschaftliche Zusammenarbeit setzen. Die Niederlande waren in Handelsdingen immer stark, weil sie viele Sprachen gesprochen haben. Jetzt laufen sie Gefahr, die besondere Verbindung zu ihrem wichtigsten Handelspartner zu verlieren: Und das kostet die Niederlande Geld. Für eine richtig gute Beziehung sollten die Niederlande für die deutsche Sprache bei ihrer Jugend werben. Vielleicht wäre das auch ein schönes Thema für einen Gegenbesuch von Präsident Wulff: die Niederländische Jugend und die deutsche Sprache. Für alle die „Niederdeutsch“ lernen möchten: der Einführungskurs vom Halbniederländer Hape Kerkeling in der Rolle von König Beatrix

Ruhrgebied in verval

EssenVoorbij Hasselt en Genk de grens over, een klein stukje door Nederlands Limburg en dan volgen ze elkaar in hoog tempo op. Duisburg, Oberhausen, Essen. Snelwegen, fabriekspijpen en grote grijze gebouwen. We zijn in het Ruhrgebied: de vieze grote broer van Belgie.

 Deze enorme machine, deze metropool van aaneengegroeide industrie, vormt het directe achterland van Nederland en Belgie. Ruim vijf miljoen inwoners – ze noemen zich Rijnlanders – hebben binnenkort iets te vieren. In 2010 worden ze ‘culturele hoofstad van Europa’.

 Wij laten ons rondleiden door de organisatie van RUHR.2010. Een Duitser met snor vertelt enthousiast over zijn land, over het Wirtschaftswunder dat zichzelf steeds opnieuw uitvindt. Eerst kolen en staal, dan electronica en later musea en natuurgebied! Hij neemt ons mee naar het toppunt van deze ondernemingsdrift: CentrO in Oberhausen.

 Fonteinen en palmbomen, Replay en Body Shop in een Coca-Cola Oase. Op deze plek lag vroeger een kolenmijn. CentrO claimt de grootste shoppingmall van Europa te zijn. 23 miljoen mensen komen hier per jaar op af. Hordes Nederlanders vermaken zich elk weekend in SeaLife en König-Pilsener-Arena.

 Even verderop ligt dé toeristische attractie van Oberhausen: de Gasometer. Een oude gasopslagtank, 115 meter hoog, die dienst doet als industriele gedenkplaats. Een nogal slonzige rondleider brengt ons naar de top van het gevaarte. In de druipende regen staan wij bovenop de Gasometer en kijken uit over het Ruhrgebied, treurig en grauw.

 ‘Vroeger was het Ruhrgebied een land van arbeid. Vandaag hebben we hier alleen diensten en werklozen’, zegt Rüdiger Oppers, hoofdredacteur van NRZ (Neuen Rhein Zeitung/Neuen Ruhr Zeitung) in Essen. Hij slurpt van zijn koffie. Oppers is somber, ook hij ontslaat een derde van zijn personeel.

De werkloosheid loopt steeds verder op. Essen: bijna 14 procent. Duisburg en Dortmund: boven de 14 procent. Gelsenkirchen: ver boven 15 procent. Het komende jaar zal de situatie alleen maar verergeren.

De oude reus is kwetsbaar. Hij piept en kreunt.  Het wonder van het modernisme lijdt. Het Ruhrgebied raakt verder in verval. Zou deze stinkende massa zichzelf wéér opnieuw kunnen uitvinden? www.ruhr2010.de

MTV-hangen op z’n Ossies

einheissersommer.jpgAmsterdam was vrijdag heel even Oost-Berlijn voor de val van de muur en het Vondelpark was Bürgerpark Pankow. Het filmmuseum liet een aantal videoclips en concertregistraties uit de DDR van de jaren zestig en zeventig zien. Het werd Ostalgische jeugdcultuuravond met bands als Karat, Silly en WIR. Er was voor elk wat wils: trabant-disco, spreewald-schlagers en politieke rock die ook Honecker en de zijnen konden waarderen.

Hoewel de voertaal Duits was, deed vrijwel elk nummer dat we te zien kregen aan een westerse equivalent denken. Een voorbeeld daarvan was de DDR variant van Pink Floyd, inclusief vloeistofdia’s. Ademloos zagen we de arbeidersjeugd in een ontchristelijkte kerk naar deze symforock luisteren. Opmerkelijk was dat deze bands zonder uitzondering speelden op gitaren en toetsenborden van klinkende merken als Fender, Rickenbaker en Gibson. Allemaal instrumenten van kapitalistische makelij. Je vraagt je af hoe ze die door het ijzeren gordijn hebben gekregen.

Hoogtepunt van de avond was echter de film Heisser Sommer uit 1968. Een musical met een flinterdunne verhaallijn: een groep jongeren is op vakantie aan de Ostzee, de jongens keurig gescheiden van de meisjes maar zeer in elkaar geïnteresseerd. Met choreografieën die sterk doen denken aan Grease en de West-Side Story wordt vervolgens de jacht van de jongens op de meisjes geopend. Truttigheid allom maar het zorgde wel dat het uiteindelijk weer een gemoedelijke en gezellige ostalgie-avond werd in het Vondelpark. De DDR was weer schattig en knullig en dit blijft tegen natuurlijk voelen, het regime in Oost-Duitsland was alles behalve knullig, laat staan schattig.

Meer Ostalgie

Sinds 15 juli heeft Berlijn eindelijk zijn eigen DDR museum. Iedereen die geen reisje naar de Duitse hoofdstad heeft gepland kan altijd naar Monnickendam waar een verzamelaar een Nederlands DDR-museum heeft. Over dit laatste museum, de film Goodbye Lenin en het fenomeen Ostalgie schreef ik eerder een artikel. Wie echt alles over de DDR wil weten leest het boek Van het socialisme, de dingen die voorbij gaan, een geschiedenis van de DDR van Willem Melching.

Duitsers zijn net Nederlanders

Geschreven voor de rubriek dubbele punt op www.vn.nl:

Nederlanders zijn buitengewoon positief over Duitsland, zo bleek uit een onderzoek van Intermediar. Tien jaar geleden hadden de meeste Nederlanders niet zoveel op met onze oosterburen. Duitslandkenner Willem Melching van de Universiteit van Amsterdam over deze omslag.

De deskundige: ‘In 1993 bleek uit onderzoek van instituut Clingendael dat Nederlandse jongeren een negatief beeld van Duitsland hadden, maar er gebeurde in dat jaar ook veel afschuwelijke dingen bij onze buren. Zo werd het huis van de Turkse familie Genc in Solingen in brand gestoken. Maar liefst anderhalf miljoen Nederlanders stuurden daarop een kaartje met de tekst “Ich bin wütend” naar kanselier Helmut Kohl. Het eindexamen geschiedenis deed Duitsland in dat jaar ook geen goed bij jongeren. De studiestof schetste bepaald geen positief beeld. Ik denk dat over het algemeen de beeldvorming over onze oosterburen sinds het einde van de Koude Oorlog veel positiever is geworden.

Na de eenwording werd Duitsland voor Nederlanders een normaal land. Méér dan alleen het land waar suffe bejaarden met een caravan op vakantie gingen. Duitsland kwam dichterbij en mensen zagen dat er ook leuke dingen gebeurden. Het hippe imago van Berlijn droeg enorm bij aan het positieve beeld van Duitsland onder jongeren. Ook de rood-groene regering van Schröder gaf Duitsland een jeugdigere uitstraling. Voor het eerst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hadden Nederlanders niet meer het gevoel dat je in de Duitse politiek voortdurend over oud-Nazi’s struikelde. De ministersploeg bestond volledig uit mensen die de oorlog niet meegemaakt hadden.

Intermediar heeft hoogopgeleiden geënquetteerd . Vooral onder die groep was het imago van Duitsland voeger erg negatief. En onder Randstedelingen. Bij laagopgeleiden en Nederlanders in de grensprovincies was Duitsland altijd populairder. Er werd daar ook veel naar de Duitse televisie gekeken.

Ik merk dat studenten toenemende geïnteresseerd raken in Duitse geschiedenis. Helaas geldt dat niet voor de Duitse taal. Wat je wel ziet is dat Berlijn onder trendgevoelige studenten enorm populair is. Steeds meer mensen vinden Duitsers eigenlijk net Nederlanders. Alleen kunnen ze beter bier drinken.

Ik denk dat wij juist minder populair zijn geworden bij de Duitsers. Dat is een beetje Schadenfreude om het op z’n Duits te zeggen. Duitsland had altijd veel last van corruptie, moorden, terroristische aanslagen en populistische politici. Nederlanders deden daar vaak lacherig over. Maar inmiddels hebben wij ook last van die zaken. Ons schattige imago is er wel zo’n beetje vanaf.”