Tag Archives: Groene Amsterdammer

Een leger West-Afrikaanse bloggers

Als hij hard lacht, schudt zijn zware bovenlijf mee. Ha. Ha. Ha. Ha. Ze noemen hem het opperhoofd van de bloggers, “chef du village” Cyriac Gbogou, de beroemdste blogger van het West-Afrikaanse Ivoorkust. Hij slaat mij op de schouders en sleept me het feestgedruis in.

De hippe twintigers drinken goedkope, rode wijn en frisdrank. Deze villa, in een buitenwijk van Abidjan, is vanavond het centrum van de Ivoriaanse bloggers gemeenschap. De kinderen van de Afrikaanse middenklasse zijn gewapend met tablets en smartphones. En Gbogou is hun held.

Sinds zijn arrestatie in januari, is de “chef du village” beroemd. Gbogou werd opgepakt wegens zijn bemoeizucht op Twitter na een bloedbad in de nacht van 1 januari 2013. Tientallen mensen werden doodgedrukt na een vuurwerkshow. Gbogou deed verslag met de hashtag #drameplateau.

“Binnen twee uur wist de hele wereld van mijn arrestatie”, zegt Gbogou, die zichzelf webactivist noemt en 5000 volgers heeft op Twitter. “Als je invloedrijk bent, kun je bergen verzetten. Om te kunnen veranderen, heeft Afrika actieve burgers nodig.” En dus leert Gbogou andere bloggers hoe dat werkt, invloed uitoefenen.

De ministens zo fanatieke Senegalese web activist Cheikh Fall, een jonge intellectueel met een klein brilletje, 5000 volgers op Twitter, loopt ook rond op het bloggersfeestje. Hij voert zijn digitale strijd vanuit de Senegalese hoofdstad Dakar.

“Jongeren hebben genoeg van de overstromingen in hun stad, van de eeuwige beloftes en de zakkenvullende politici”, zegt Fall. En dus stellen Senegalese bloggers de politieke en sociale misstanden aan de kaak met hun mobieltjes en hashtags als #sunucause, #kebetu en #sunu2012.

Fall noemt het e-democratie, vertelt hij bij een slok sap. “Afrikaanse journalisten worden vaak onder druk gezet door hun bronnen. Maar wij, burgers en bloggers, kunnen onafhankelijk ons werk doen. Toekomstige Afrikaanse presidenten en regeringen moeten rekening houden met meer transparantie, met een democratisch debat.“

Willen Afrikaanse leiders ook luisteren naar de twitterende jeugd? Met druk van buitenaf, weet Cyriac Gbogou: “Toen ik vastzat, heeft onze president meerdere telefonische verzoeken gekregen van buitenlandse autoriteiten. Ik ben dezelfde dag nog vrijgelaten.“

De Berlusconi-streken van Kabila

Bovenop de hoogste heuvel van de Congolese hoofdstad Kinshasa, tussen de verlaten en gekraakte villa’s van de vrienden van oud-president Mobutu, reiken imposante zendmasten naar de hemel. Dag en nacht bewaken militairen de antennes. De soldaten volgen iedere passant met hun ogen. Niet kijken, zeggen die. Tot de mannen op het heetste uur van de dag in de schaduw in slaap dommelen.

Hier controleert Joseph Kabila, president van een land in oorlog, de Congolese media. Vorige maand werd het plotseling stil bij Radio Okapi, de zender van de Verenigde Naties in Congo, na een interview met een chef van de M23-rebellen in het rampzalige oosten van het land.

“Deze antenne doet het niet meer”, zegt Kudura Kasongo leunend op de voet van een 60 meter hoge zendmast. Hij is oud-woordvoerder van de Congolese president maar keerde zich tegen hem. Kasongo richtte CMC TV op, een oppositiezender gelieerd aan politicus Vital Kamerhe.

“Het signaal werd vorig jaar verstoord tijdens een verkiezingsuitzending”, vervolgt Kasongo. “Even later, vlak voor de presidentsverkiezingen in november 2011, vonden we de zendmast op de grond. Een mysterie.” Na deze omstreden verkiezingsrace werd Kabila opnieuw president en ging het plunderen van coltan, goud en diamanten in Oost-Congo door.

Kasongo: “Zie je die grote antennes daar? Ze staan op het terrein van Teleconsult, de technische beheerder van staatsomroep RTNC en van het merendeel van de Congolese media. Het Italiaanse bedrijf heeft een monopolie op materiaal en technologie. Eén telefoontje van de Congolese inlichtingendienst en de stekker gaat eruit.”

Op de zanderige weg even verderop zit een blanke man op een plastic stoel met een grote fles Congolees bier. Hij blijkt een Italiaanse medewerker van Teleconsult. Maar de man wil niet praten. Hij excuseert zich en rent naar zijn vele antennes. Even later aan de telefoon ontkent een woordvoerder verantwoordelijk te zijn voor de staatscensuur in Congo.

Na ruim een jaar geen uitzending raakt Kaduro’s geld op. Hij stopt als journalist. En hij is niet de enige.