Tag Archives: Nederland

Vegaterrorisme

In het buitenland heb ik meermaals met het schaamrood op de kaken proberen uit te leggen dat wij een “Party for the Animals” in ons parlement hebben zitten. Geen grap, nee echt. Ik ben geen dierenliefhebber en ook geen vegetariër. Hoog tijd om mezelf voor te stellen een koe te zijn.

Oerol voor PB_NG-2
foto: Nichon van Glerum

Op Oerol kom ik regelmatig een bezoeker of maker tegen die ik ervan verdenk een biologische kruidentheedrinkende geneeskrachtige stenen leggende vegetariër te zijn. Van die mensen die van top tot teen uitstralen dat zo in balans met de natuur, en zichzelf. Ik krijg er maar jeuk van. Maar ik maak het mijzelf graag moeilijk en dus probeer ik op Oerol altijd een lekker tegen de haren in strijkende voorstelling op te bezoeken. Dit jaar was het niet moeilijk want in oost wordt een pleidooi voor een leven zonder vlees gehouden. Ik besluit te gaan en mezelf na afloop te trakteren op een lekkere shoarma. Lekker puh.

In het Hoornse bos storten de actrices Lotte Dunselman en Anna Schoen een bak bloederige varkens en harde bio-industrie data over het publiek uit. Ik voel hoe het om mij heen steeds stiller wordt. Ze schetsen beelden van miniscule hokjes vol uitwerpselen en te kleine varkens die doodgeslagen worden. Ik slik, een-twee-drie keer, steeds vaker. Ik heb geen zin meer in shoarma.

Na afloop van de voorstelling voel ik frisse tegenzin om de twee actrices die mij een heerlijke shoarma hebben ontnomen te ontmoeten. Dus jullie vinden dat ik vegetarier met worden, mompel ik. “Nee hoor!” zeggen de twee dames in koor. “Wij zijn het zelf ook niet, al eten we door deze voorstelling wel een stuk minder vlees. Het is vooral de bedoeling dat mensen erover na gaan denken.”

Potjandrie wat een toptheater!

TgECHO – Stel je bent een koe. 18 t/m 21 juni 19.00 en 21.15 uur, lokatie 30 Cupido’s Plak – oost, E13

De Oerolbijbel van Paulien en Chris

Voor vroege vogels op Oerol is de ochtendtalkshow op Westerkeyn een begrip. Presentatoren Bajema en Cornelisse kijken er ieder jaar weer naar uit: “Doordat er van ons programma niets op internet overblijft en alles vervliegt durven mensen hier veel meer te zeggen.”

Oerol voor PB_NG-1foto: Nichon van Glerum

Een uur voor aanvang van de ochtendshow zitten een aantal mensen al klaar in de 100% Terschellingtent op Westerkeyn. Ze lezen nochalant deze krant maar van binnen zijn ze als een kind zo blij met de beste plaatsen. Bij aanvang zit de tent zo vol dat lang niet iedereen de show kan zien. Om de tent heen zitten mensen op de grond, ze staren naar het gras alsof er daar een transistorradio begraven ligt.

Cornelisse en Bajema nemen hun dagelijkse ‘uitzending’ erg serieus, ze laten me een lijvig boekwerk zien. In hun oerolbijbel heeft elke festivaldag een eigen tabje. Behalve aantekeningen en vragen plakt Cornelisse er met een pritt-stift ook vanalles bij. “Wij hebben productionele hulp van Karlijn Benthem en Anouk Rutten, die daarnaast ook nog de Oerolcolleges en de groepsexpedities doen en verder doen we alles zelf: voorstellingen kijken, vragen bedenken, beeld photoshoppen en dan voor iedere gast een eigen jingle maken. Daar zijn we elke dag heel lang mee bezig. Wij kunnen echt niet elke dag een paar uur naar muziek gaan liggen luisteren in een duinpan zoals een zekere Avro presentator hier schijnt te doen.”

Nog wensen voor de toekomst? “Ja! We zouden heel graag een keer een late night ochtendtalkshow willen maken. Echt met ochtendsfeer maar dan s’avonds laat ergens op een geheime lokatie,” zegt Cornelisse. “Verder willen wij al lang ergens op het eiland, bij voorkeur op de bosplaat een heel groot billboard plaatsen waarop wij staan als Amerikaans presentatie duo met een koffiemok in de hand. En dan azen wij al heel lang op zo’n medewerkers t-shirt, we willen heel erg graag weten wat je daarvoor moet doen.”

Paulien Cornelisse en Chris Bajema – ochtendshow. 18 t/m 22 10.00 uur, Westerkeyn, midden, bandje

Zit even aan je oor en haal je neus op

T.I.C.S. van Klemens Patijn kun je met recht de voorstelling van zijn leven kunt noemen, omdat hij gaat over iets dat Patijns leven lang heeft bepaald. “Makkelijk is het niet om iets dat je altijd hebt weg gestopt zo naar boven te halen. Maar uiteindelijk is het een bevrijding.” Zit even aan je oor en haal je neus op.

Klemens Patijn (foto: Geerte Snoeijer)Foto: Geert Snoeijer

“Op de toneelschool, in 2002 lukte het mij voor het eerst om een voorstelling te maken over mijn probleem,” vertelt Klemens met opvallend ontspannen lach. “Het was nog een etude en toen wist ik dat ik het ooit verder uit zou werken en dat heb ik nu gedaan.” Zit even aan je oor en haal je neus op.

Van even aan je oor zitten en haal je neus ophalen, het alleen lopen over de witte strepen van het zebrapad, een grimmas trekken, kraak je nek tot heel hard “neuken” roepen midden in een zin. “Iedereen heeft wel een tik,” vertelt Patijn. “Als het er veel worden en het dwangmatig is dan heb je Gilles de la Tourette en dat heb ik in lichte vorm.”

Zit even aan je oor en haal je neus op. “De meeste mensen denken bij Tourette aan mensen die heel hard beginnen te schelden midden in een zin, maar het is veel breder, het gaat ook om repeterende gedachten en andere drang en dwang neigingen, ik kreeg het als kind en moest het altijd wegstoppen en had er alleen geen last van als ik muziek maakte en of op het podium stond.”

“Dat het met muziek maken verdwijnt is bekend, dat ik er ook geen last van heb als ik acteer is vrij uniek, juist omdat Tourette juist gevoed wordt door te veel prikkels, stress en vermoeidheid. Allemaal zaken die vaak voorkomen als je theater maakt.”

“In ieder geval kan ik blij zijn dat ik een vrij theatrale aandoening heb en dat muziek er een logische plaats in krijgt. Met drummer Arend Niks krijgt de voorstelling ritme en kunnen we mooi laten zien hoe de aandoening en je persoonlijkheid met elkaar verstrikt raken. Het vreemde is alleen dat ik op de vloer juist geen last heb van die tics en dat ik ze dus allemaal opnieuw moet opwekken.” Zit even aan je oor en haal je neus op.

Klemens Patijn / Tg Goed Gezelschap – T.I.C.S. Tourette’s Impulsive Coprs Symphony. 17 t/m 21 juni. 10.45 en 13.30 uur, lokatie 19 Dobe Formerum – midden, E13

Een eerste keer voor een oude oerol tijger

Spinvis en Saartje van Camp, het inmiddels onafscheidelijke duo, stonden al vaak op Oerol maar nog nooit met een lokatievoorstelling. “Goud speelt in onze voorstelling een belangrijke rol en zeker als onze lichtman de zon meewerkt is het echt fantastisch!”

Spinvis en Saartje van Camp met Kintsukuroi tijdens Oerol 2014,
foto: Anke Teunissen

Voor zijn eerste echte lokatietheatervoorstelling op Oerol kozen Spinvis en Saartje van Camp meteen het grootste podium van Oerol: de Noordsvaarder. “De wind maakt het de microfoons, de cello en de koto behoorlijk lastig, maar kijk eens naar het uitzicht: die diepte…” zegt Erik de Jong (Spinvis). “Je voelt hier permanent een onheilspellende spanning alsof er ieder moment iets vreselijks kan gebeuren, alsof er daadwerkelijk een tsunami op ons af kan komen, ” vult Saartje hem aan.

Met Kintsukuroi ging een lang gekoesterde wens van het duo in vervulling: echt een voorstelling maken met een langere voorbereidingstijd. Een echte voorstelling maken, betekende ook dat ze voor het eerst met een regisseur werkten. “Dat was best wel een stap,” zegt Erik. “Normaal zijn wij baas in eigen huis en nu moeten we iemand het vertrouwen geven maar het werkt. Regisseuse Ria Marks luistert goed naar wat wij willen en heeft het verhaal stukken beter gemaakt.”

De Tsunami van tweede kerstdag tien jaar geleden vormt de belangrijke eerste inspiratie voor Kintsukuroi. “Ik zat toen werkelijk aan de tv gekluisterd. De filmpjes waarin mensen zo machteloos zijn ten opzichtte van de natuur bleven enorm hangen. Vervolgens is het voorstellingsidee tijdens de eindeloze autoritten die we maken op weg naar optredens gaan groeien.”

Het idee van een seismoloog die zijn liefde verliest door de Tsunami en dat weigert te accepteren dat ze misschien wel omgekomen is, bracht ook het idee om met twee verschillende leeftijden te werken. In de voorstelling danst de jonge Karin Lambrechtse samen met zeventiger Francis Sinceretti. “Choreograaf Adriaan Luteijn kwam op ons pad en hij is net als wij veel bezig met imperfectie van het lichaam.”

De tsunami van 2004 trof vooral Japan en zo sloop er steeds meer elementen van dat er steeds meer Japanse beelden en muziek in het concept. “Ik speel in de voorstelling een Koto, een soort Japanse harp,” vertelt Erik. “Kintsukuroi, een manier om gebroken porselein met goudkleurige lak te restaureren, speelt een belangrijke rol in het toneelbeeld terwijl de Japanse traditie om in plaats van penissen een octopus af te beelden ons weer prachtige inspiratie was voor de dans.”

Spinvis en Saartje van Camp – Kintsukuroi. 16 t/m 22 (behalve 19 juni) 17.00 en 19.30 uur, locatie 1 Noordsvaarder – West E13

Zonder pardon

Harpmeisjes. Als je niet uitkijkt doemen er beelden op van elfjes, mierzoete sprookjes en foto’s met overdadig veel soft-focus. Maar gelukkig is er nu Lavinia Meijer, die de harp zonder pardon uit het roze hoekje haalt.

lavinia_meijer_geertsnoeijer
foto: Geert Snoeijer

Jazzpianist Michiel Borstlap, Gare du Nord of het Koninklijk Concertgebouworkest: voor Lavinia Meijer lijkt geen enkele combinatie onmogelijk. Overal sleurt ze haar harp heen om te spelen. “Het is mijn missie om telkens bruggen te bouwen om zo mijn repertoire en mijn publiek te verbreden. Ik zoek steeds naar muziek die het publiek kan waarderen en probeer dat te combineren met repertoire dat ze niet kennen,” vertelt Lavinia vanaf de boot. “Mijn instrument, de harp, geeft daarbij veel vrijheid. Want als ik piano of viool zou spelen, dan is het repertoire veel bekender en dan komt het publiek al snel met allerhande verzoeknummers.”

“Op Oerol speel ik werk van Philip Glass en Ludovico Einaudi,” vertelt de harpiste. “Beide componisten hebben ook voor film gecomponeerd, waardoor hun muziek heel beeldend is. Dat past goed bij theater.” Tijdens haar optreden zal ze ook een bewerking van Radiohead spelen. Het is de eerste keer dat Lavinia Meijer Oerol aandoet: “Na alle verhalen die ik er al over hoorde heb ik er ongelofelijk veel zin in. Het is fantastisch om op een festival te mogen spelen waar zoveel verschillende genres aan bod komen. En buiten spelen met alle natuurgeluiden is altijd een uitdaging!”

Heeft Lavinia voor avonturen als Oerol inmiddels een speciale rock-n-roll- en buitenharp? “Hahaha, nee, het moet gewoon droog blijven. Onlangs heb ik in Rotterdam ook een openluchtconcert gegeven waar exact na mijn laatste noot een onweersbui losbarstte. Ik kon mijn harp toen nog net op tijd de droogte in trekken.”

Lavinia Meijer. 15 juni, 15.30 en 19.30, Bostheater – Midden, € 11; 16 juni 13.30, De Betonning – West.

Lavendel, Wijn en Kaas

Pieter-Bas runt samen met Sophie en Dima, hun zoontje van anderhalf een bed zonder breakfast in oost. Een leuke hobby al loopt het soms een beetje uit de hand.

Er klinkt gerommel in de keuken terwijl ik op de bank probeer de krant te lezen en zoon Dima hetzelfde artikel als kleurplaat gebruikt. “A table!” klinkt het niet veel later. Op de keukentafel wacht een voorgerecht. Ook tekenen de eerste contouren van gang twee en drie zich af. Ik schuif voor de zoveelste achtereenvolgende dag aan bij het gezelschap dat naast ons drieën ook bestaat uit Alain, Camille en hun zestien jarige dochter Elodie.

Een week voor hun aankomst stuurden ze een foto van zichzelf. Op het plaatje zaten ze op een bankje, hun door de zon gebronste lichamen gehuld in oranje kleding. Ze staken drie vingers in de lucht. “Trois fois hourra pour Willem, le nouveau roi des Pays-Bas!” stond eronder geschreven. Alain, Camille en Elodie waren zich kennelijk goed aan het voorbereiden.

Het is inmiddels een vast patroon: als er Fransen op bezoek zijn, slooft Sophie, zelf half Frans, zich enorm uit. Maar het is nu erger dan normaal. Deze gasten komen namelijk uit Nîmes in de Provence. Dit gebied is voor mij een langgerekte, zwoele vakantieherinnering. Voor Sophie, met haar familie uit het regenachtige Noord-Frankrijk, spreekt dit gebied van lavendel, zon en honing ook tot de verbeelding.

Al op de eerste avond zorgde Sophie voor een fraaie wijn en sloeg ze op de Dappermarkt voor een vermogen aan Nederlandse en Franse kazen in. Een warm welkom dat kon rekenen op een passende reactie van onze gasten: Franse wijn uit Nîmes en een typisch provencaals drie gangenmenu. Sophie bood in wild enthousiasme aan de volgende dag een diner te bereiden.

Daar zitten we weer. Na de taboulé en de quiche komen natuurlijk de kazen tevoorschijn. Sophie heeft vandaag pakken wijn in plaats van flessen gehaald. Terwijl ik om mij heen zie hoe kazen met messen worden aangevallen en ik grote brokken soepel en zonder toostje in monden zie verdwijnen, realiseer ik mij dat ik eigenlijk best vloeiend Frans kan. Ik zet een plaat van Gainsbourg op en begin eindelijk over de broodnodige hervormingen in Frankrijk en wanneer die eindelijk komen.

Om twee uur is de laatste druppel wijn op en is er van de kazen weinig meer over dan wat verfrommelde papiertjes en korsten. We gaan naar bed en worden uitdrukkelijk uitgenodigd in Nîmes. “Wat voor gasten hebben we volgende week?” vraag ik Sophie, eenmaal in bed een beetje angstig als ik zie hoe laat het is. “Een stel van boven zestig en ze zien er niet heel spannend uit,” zegt ze turend naar haar mobiel. Gelukkig, denk ik, eindelijk rust. Ik draai me om en val in een diepe, diepe slaap.

ilustratie: Ytje

Een luidruchtig vriendje

Pieter-Bas runt samen met zijn vriendin Sophie en Dima, hun zoontje van anderhalf, een Bed-zonder-Breakfast in Amsterdam-oost. Omdat ze zelf ook in de luiers zitten afficheren ze zich, niet zonder risico, als kindvriendelijk.

“Luca is really looking foreward to meet Dima!” lees ik op de Bee-en-Bee website. “Dima too and he promises to share all his toys!” lieg ik terug. Wat is dat toch de laatste tijd? Zijn alle andere gastvrije Amsterdammers soms kind onvriendelijk? De afgelopen maanden lijkt ons huis regelmatig meer op een nachtelijke kinderopvang dan op een Bee-en-Bee.

Helaas! Binnenkort is de rest van dit verhaal weer te lezen in een boek of ergens anders….

Een horde jazzhonden in het bos

Het gloednieuwe gezelschap Lars Doberman wekt in de kom in Hoorn jazzlegende Chet Baker tot leven. Het tragische leven van de trompetist en het gedrag van honden inspireerde de vier jonge makers voor hun Oeroldebuut.

Regelrecht uit de jaren vijftig komen vier jongens komen door het bos aanlopen, op en top jazzvogels. Toch zijn Matthijs van Sande Bakhuyzen, Reinout Scholten van Aschat, Mattias Van de Vijver en Jip van den Dool heel erg 2013. Nauwelijks afgestudeerd aan de Toneelacademie in Maastricht komt nu al een driedubbele droom voor ze uit: samen een voorstelling maken, met het thema jazz, én op Oerol.

Even na de voorstelling mag ik op hun decor plaatsnemen, met de vier vrienden als een nest puppies aan mijn voeten op de grond. Ze hebben de voorstelling samen gemaakt, en willen dus ook samen geïnterviewd worden. Het is alsof ik echt Lars Doberman aan het interviewen ben. “Het idee voor deze voorstelling is een aantal jaar geleden ontstaan toen we nog op school zaten,” vertellen Doberman. “We delen een passie voor muziek en jazz in het bijzonder.”

“De voorstelling is ook op een jazzy manier ontstaan”, vullen Doberman aan. “We zijn snel de vloer op gegaan en daar gaan experimenteren en improviseren. We hebben veel gediscussieerd over de naoorlogse vrijheidsdrang en het absurdisme. Een onderwerp dat steeds terug kwam waren honden…” Honden? Wat hebben die nu weer met jazz te maken? “Meer dan je denkt!”, verzekeren Doberman ons. “Die beesten zijn heel impulsief en improviseren voortdurend en zo werkt jazz ook.”

Orkater/De Nieuwkomers, Lars Doberman – Een Bebop verhaal. 18 t/m 22 juni, 17.00 en 22.30, locatie 53 Kom Hoorn – Oost, €11

Foto’s: Diewke van den Heuvel

Het vieze boekje van Pieter Groen

Een jaartje naar India, Zuid-Amerika of Australië: veel scholieren gaan na hun examen even op avontuur. Ook in de achttiende eeuw vertrokken jonge avonturiers al naar de koloniën en enkelen hielden daarover een dagboek bij. Prachtig materiaal voor een voorstelling, bedachten Jaime Ibanez en Jornt Duyx.

‘Die jeugd van tegenwoordig!’ hoor je ouderen regelmatig verzuchten, alsof zij zelf nooit jong zijn geweest. Ze leven met de illusie dat zij braaf waren en jongeren nu totaal losgeslagen zijn. Helaas: wie de geschiedenis bestudeert, ziet dat jonge mensen altijd al experimenteerden en op avontuur gingen – en dat ouderen dat altijd veroordeelden.

Neem de negentienjarige Pieter Groen. Hij vertrok in 1792 naar de Nederlandse kolonie Berbice, naast Suriname. Hij hield er twee verslagen van bij: een technisch reisverslag, en een verhandeling over de dames die hij op zijn reis veroverde. “Hij had er een apart boekje voor”, vertelt Jaime Ibanez. “Daarin nummerde hij de dames en beschreef hij zijn affaires heel nauwkeurig in gelaagde verhaaltjes met hemzelf als held. We hebben die verslagen tot een dubbele one man show bewerkt. Ik vertel het verhaal en heb er primitieve animatie-installaties bij gemaakt, terwijl Jornt een muzikale reis maakt van Europa naar Amerika en de Cariben.”

Na de voorstelling blijft er één vraag over: hoe liep het verder af met Pieter Groen? Ibanez laat weten dat het na zijn avonturen in de ‘West’ bergafwaarts ging. Terug in Nederland trouwde Groen met zijn nicht. De zaken gingen slecht en hij moest steeds kleiner gaan wonen. Daar is hij vast een klagende oude man geworden: die jeugd van tegenwoordig, rücksichtslos!

Jaime Ibanez & Jornt Duyx – Pieter Groen gaat naar de Barbiesjes. 19 t/m 22 juni, 16.00 en 23.00 uur; 23 juni 12.30 en 16.00 uur, locatie 39 Teunis Plak – Midden, €11

De Oerolontmaagding van Rina

U kent haar misschien nog niet maar ik wel: de Zimbabwaans-Nederlandse zangeres Rina Mushonga. In de volgende driehonderd woorden leest waarom u haar moet gaan zien.

Redactievergaderingen zijn soms een waar maffioos steekspel, waar iedereen probeert zijn persoonlijke helden te krijgen. Vandaag is mijn dag: ik zie in de planning dat zangeres Rina Mushonga geïnterviewd mag worden, en met een kleine draai en een nauwelijks merkbaar intimidatietje krijg ik wat ik wil: “Pieter-Bas, jij doet Rina”, zegt hoofdredacteur Joost, en onder tafel bal ik mijn vuist. Gewonnen.

Na het verdelen van de onderwerpen volgt een gesprek over een goede ‘invalshoek’, de eeuwige strijd van de journalist om zijn verhaal op een spannende wijze te vertellen. Wat doen we met Rina? “Kunnen we haar niet voor wat schapen laten spelen?”, opper ik in de hoop op een privéconcert. Ik geef toe: ik ben eigenlijk een beetje fan van Mushonga. De zangeres is al drie jaar bezig heel geleidelijk door te breken. Aanvankelijk als singer-songwriter met gitaar, maar dat eenzame bestaan heeft ze inmiddels ingeruild voor een vijfkoppige begeleidingsband. “Ik wilde niet het zoveelste hijgerige meisje met een gitaar zijn en zocht naar meer dynamiek”, vertelt Mushonga aan de telefoon. “Met een band kun je tenminste ook lekker rocken.” Het resultaat is een stevige mix van indie, pop en afro-beat en doet soms een zelfs denken aan Graceland van Paul Simon.

“Yeah!”, zegt Mushonga lachend als ik haar voorstel een schaapconcert te geven. Hoewel ze nog ‘Oerol maagd’ is, ziet ze het meteen voor zich: “Lijkt me écht Oerol… Het probleem is alleen dat ik pas dinsdagochtend op Terschelling aankom.” Ik zucht teleurgesteld. Ook aan de andere kant van de lijn is het stil. Dan zegt Rina: “Het had me zo leuk geleken, kunnen we het niet alsnog doen?” We maken een afspraak om twaalf uur, onderaan de dijk in Kinnum. Mijn Oerol kan niet meer kapot.

Rina Mushonga. 18 juni, 15.00 uur Groene Strand.