Tag Archives: sport

Integreren op de fiets

NOS sportverslaggever Gio Lippens gaf mij vorig jaar nog een tip waar ik de afgelopen dagen vaak aan moest denken. ‘De beste manier om in dat land te integreren is door te gaan fietsen,’ zei hij. ‘Sindsdien is het contact met mijn Vlaamse collega’s stukken beter. In België, en zeker in Vlaanderen, dwing je respect af op de fiets, zeker als het bergop gaat.’

Hoe belangrijk recreatief fietsen in dit land is vonden wij afgelopen week ook uit. Het leek wel alsof heel Limburg op de fiets zat. Fietsende kwebbeltantes, oude heren die hun bierbuik in een strak wielerpakje geperst hadden en fanatieke jonkies die elkaar tot grote snelheden dwongen.

Op de weg van Rijkhoven naar het noorden van Limburg passeerden we het universiteitsstadje Diepenbeek. Daar vielen we met onze neus in boter van de jaarlijkse Ter Dolen fietshappening. Duizenden Limburgers fietsen ieder jaar een rondje voor het goede doel. Niet dat het alleen om fietsen ging. Het bier (al in ochtend voor de start), het weerzien van oude bekenden en het Italiaanse feest met heuvels pasta en een B-artiest waren minstens zo belangrijk.

Wij reden een stuk van de route en schoven s’avonds aan bij het diner. Gio kreeg helemaal gelijk, eindelijk horen we er een beetje bij. Zeker omdat wij helemaal van Brussel waren komen fietsen. Talloze Limburgers in Helchteren gaven ons tips over bandenspanning, mooie routes en abdijbier. We werden met open armen ontvangen en mochten bij de lokale Chiro (Vlaams voor padvinders) onze tent opzetten.

Op de terugweg naar Brussel dwong een heuse Vlaamse kermiskoers ons in het Vlaams-Brabantse Binden tot afstappen. In de koers opvallend veel ambulances. Is koersen echt zo gevaarlijk? Een toeschouwer aan de kant moet lachen over onze vraag. ‘Dit is een jaarlijkse koers voor medici en paramedici vandaar dat de volgwagens ambulances zijn,’ zegt hij. En dan trots: ‘Mijn zoon rijdt ook mee in dat Raboshirt. Hij is al jaren verzorger bij de Nederlandse wielerploeg.’ Dat is dus fietsen in Vlaanderen, iedere beroepsgroep zijn eigen koers met een minikermis erbij.

Van vakantie, op vakantie!

Leven op Pluto was de afgelopen weken even op vakantie. Nou ja vakantie… We zaten in Nederland waar Sophie BNR Nieuwsradio uit de brand hielp en Pieter-Bas met De Brakke Zondag op theaterfestival De Parade stond. Nu zijn we weer terug en bereiden ons voor op een echte vakantie. Wij gaan vanaf volgende week in verschillende etappes fietsen door België, en proberen iedere dag bij een andere Belg te logeren. Onze reis en ontmoetingen zullen hier te volgen zijn in woord en beeld.

En o ja, even een update wat de politieke crisis betreft: er is inmiddels een tiende(!) deadline om alle problemen tussen Vlamingen en Walen op te lossen. Nu ligt deze half september. Onderhandeld wordt er niet echt want bijna iedereen is op vakantie. De voornaamste zorg van van de Vlaming op dit moment is een andere: het verbod op de Vlaamse vlag tijdens de Olympische Spelen.

Volgens de Vlaamse ministers Geert Bourgeois (toerisme) en Bert Anciaux (sport) is het een schande dat er niet Vlaams gevaandeld mag worden. De vlag is volgens beide heren a-politiek. Zo, a-politiek dat Filip Dewinter, die elke mogelijkheid aangrijpt om de regionale vlag in zijn campagne te gebruiken, er als de kippen bij was om er een politek sla-tje uit te slaan, zie hier en hier.

Die Vlaamse vlag is in onze ogen juist uiterst politiek. Te pas en te onpas wordt hij gebruikt om de Vlaamse zaak kracht bij te zetten. Zie hier een willekeurige reeks foto’s en campagnemateriaal:

Van links naar rechts: campagnemateriaal NV-A en Vlaams Belang, Yves Leterme op de uitslagenavond van de federale verkiezingen, Jean-Marie Dedecker tijdens een persconferentie.

Nee, een echt a-politieke regionale vlag is de Friese die tijdens de Spelen ook verboden is.

Columneren over Voetbal

Soms moet je lang wachten tot een droom uitkomt, een enkele keer mag je iets doen dat duizenden wel zouden willen maar jij niet perse. Een paar dagen geleden ging mijn telefoon, Ann De Craemer van de Buren vroeg mij of ik een voetbalcolumn wilde schrijven. Een wat? Juist, ik met mijn twee linker benen en direct invallende slaap bij het zien van de mat. Na Jan Mulder, Henk Spaan en Hugo Borst is hier: Pieter-Bas van Wiechen. Niet lachen…. lezen:

Fietsend door de Brusselse binnenstad stuit ik ineens op een grote Nederlandse vlag. Hij hangt pontificaal op de gevel van de Dolle Mol, het linkse café waar soms (vermeende) terroristen vergaderen. Getriggerd door dit vreemde nationalistische symbool op een anarchistische plek in België ga ik naar binnen.

Omdat onze Rode Duivels niet eens weten hoe een voetbal eruit ziet, zijn wij voor Nederland,’ vertelt Jan Bucquoy, zo ongeveer de laatst overgebleven Belgicist. ‘Pas als hier Vlamingen met Groot-Nederlandse Gedachten komen vergaderen, dan is die vlag meteen weg en zijn we voor Frankrijk.’

In hetzelfde lokaal waar linkse rakkers uit de stad hun overleg pleegden, zitten een Nederlander, een Vlaamse en een Franstalige Brusselaar naar de openingswedstrijd te kijken. Zoals altijd begin ik al te gapen voor de bal drie keer rond is gegaan. Ik stel mijn omstanders uit onwetendheid een paar domme vragen over voetbal en probeer daarna met man en macht het gespreksonderwerp te veranderen. Echt, mijn spanningsboog bij dit spelletje is meestal maar drie minuten.

Twee dagen later word ik onrustig wakker: het Nederlandse elftal moet spelen en ik ben zowaar zenuwachtig voor dit potje voetballen. Iets in mij zegt dat ik die wedstrijd moet zien. De vraag is alleen waar in het grote Brussel ik die wedstrijd ga aanschouwen. In een Italiaanse bar in het kader van de Europese integratie? Misschien is het te riskant om vandaag als Nederlander tussen die temperamentvolle zuiderlingen te gaan staan.

Een vriendje uit het Nederlandse circuit weet me te vertellen dat er in een café naast de beurs vanavond ‘wat Nederlanders’ zitten. Ik fiets er heen en stuit op een volledig oranje café vol luidruchtige Nederlanders. “Heb je even voor mij?”, schalt hard over de Auguste Orststraat.

Waar begin ik aan? Wil ik dit echt? In Amsterdam zou je me nooit op zo’n plek vinden. Ik wurm me door de menigte naar binnen. Tientallen Nederlandse Eurocraten en lobbyisten hebben hun driedelige pak verruild voor een brulshirt met leeuwenmuts terwijl enkele dames erbij lopen in Nederlandse klederdracht met oranje vlechten. Een man met een oranje kip op zijn hoofd kijkt me glazig aan. ‘Beroepsdeformatie,’ laat hij me weten. ‘Ik werk voor de pluimveesector.’

De meeste aanwezigen verraden hun liberale politieke afkomst door petjes in de partijkleuren blauw en oranje. Het partijlogo staat bescheiden achterop terwijl voorop fier het woord ‘Coach’ staat. Op de klep laten ze weten dat zij ‘Proud of Europe’ zijn. Deze sneer naar hun afvallige partijgenoot Rita Verdonk komt vanavond niet echt uit de verf, want de liberalen zijn vanavond vooral heel Trots op Holland met Andre Hazes, Guus Meeuwis en een nimmer aflatende stroom bitterballen.

Als onze jongens dan eindelijk het veld betreden, klinkt er een oorverdovend gejuich.  In het begin praat ik erdoorheen, maar als Ruud van Nistelrooy zijn eerste goal scoort kijk ik vol ongeloof naar het scherm. Vijf minuten later scoort Wesley Sneijder de tweede. Ik ga op in mijn omgeving en ik dans, schreeuw en zing. Ook schrik ik me rot als de bal bijna Edwin van der Sar dreigt te passeren. Jaaaaa! 3-0.

Begeleid door ritmisch geklap scandeert de hele kroeg ‘Holland, Holland, Holland’ en ik doe mee, om het hardst. We worden Europees kampioen! Olé! Op straat kijken voorbijgangers zo nu en dan met een verbaasde gezichten naar het deinende Brusselse oranje legioen. ‘Lompe Ollanders…’ hoor je ze denken, maar mij kan het niets schelen. Vandaag ben ik vreselijk trots op Nederland.

Enigszins geschrokken van mijn nationalistische uitingen pak ik de volgende dag mijn biezen om Brussel voor twee weken te verruilen voor Terschelling. Het Nederlandse waddeneiland staat deze week in het teken van het lokatietheaterfestival Oerol. Cultuur met een grote C. Maar zelfs daar heerst het oranjevirus.

Vrijdag speelt Nederland tegen Frankrijk. De hele eerste helft zit ik veilig in een voorstelling. Na afloop van Pax Islamica IV: Sawm in een Arabische tent midden in het bos gaan bijna alle bezoekers en spelers hals over kop naar een café voor de wedstrijd. Ik ga mee. Binnen in Cafe Zeezicht verdringen eilanders en festivalgangers zich eensgezind voor het scherm.

Vol goede moed probeer ik de wedstrijd te volgen. Maar het lukt niet echt, ik begin al snel te gapen en ik stoor me aan het lompe geschreeuw, het nationalistisch vertoon en de domme liedjes. Ik zoek afleiding en vind gelukkig snel een stel Belgen die vol ongeloof naar de menigte staan te kijken. Ze zijn van het straattheatergezelschap Guardia Flamenco. We drinken een jutter en praten al snel niet meer over voetbal maar over theater. Gelukkig maar.

Nederland-Roemenië  laat ik aan me voorbij gaan en de kwartfinale zal me worst zijn. Maar als we de halve finale halen, zal ik me weer vol verve in de oranje massa storten. Thuis in Brussel, want Trots op Nederland ben ik het liefste in het buitenland.

Hete nacht in Brussel

Had ik al verteld dat wij in klein Anatolie wonen? De Turkse wijk van Brussel. Terwijl Belgie weer eens reden heeft om te treuren – Tom Boonen mag niet naar de Tour de France – barst hier een hysterisch feest los. Vuurpijlen worden de lucht ingeschoten, honderden auto’s doen toetoetoetoetoetoetoeteottoeteoteoeoeoeoeoeot, luid gejubel in de straten. Turkije heeft Zwitserland het EK uitgeschopt. Met een nogal lullige 2-1 in blessuretijd, moet ook gezegd worden.

Kan het wat stiller, ik wil slapen!

Dring Dring

Geen fietser te bekennen.. Wie durft?Fietsen in Brussel staat gelijk aan zelfmoord. Auto’s scheuren langs je heen – ze zien je gewoon niet – en er zijn nauwelijks fietspaden. Als tweewieler in Brussel ben ik een zeldzaamheid. Slechts 3 procent van de inwoners fietst. Iedereen verklaart me voor gek. Voetgangers applaudisseren als ik de berg op fiets. Met rokje aan.
 
Deze mentaliteit moet snel veranderen, vindt de Fietsersbond in de Belgische hoofdstad. En daarom is het deze week Fietsweek Dring Dring. Ik vroeg Roel de Cleen van de Fietsersbond:
 
Kunnen Belgen eigenlijk wel fietsen???
  
Ha, natuurlijk! Maar de Walen kunnen het minder goed dan de Vlamingen. En ook bij de Brusselaars leeft het minder. Zij hebben geen fietscultuur. Zij vinden dat iets voor arme mensen. Wij moeten hen dat aanleren.
 
Maar fietsen in Brussel is levensgevaarlijk! Moet u daar niet eerst iets aan doen? 

Het is inderdaad gevaarlijk. Er zijn in deze stad heel wat verkeersconflicten, heel wat kleine ongevalletjes. Maar wij hebben niet gekozen voor fietspaden. In Brussel zijn er routes in de stad waar je goed kunt rijden. Die staan bijvoorbeeld op de Fietskaart. Maar ook worden ze bewegwijzerd.
 <br?het>  
Hoe krijgt u die verstokte automobilisten in het zadel?
We moeten de mensen civiliseren met initiatieven als ‘bikepooling’. Fietsers krijgen de eerste dagen een maatje mee naar hun werk. Die leert ze welke positie ze moeten innemen op de weg, dat ze assertief moeten zijn. En dat ze beter niet op de grote autowegen kunnen rijden, maar liever in de kleine straatjes. Ook zijn er fietsontbijten. Als mensen op een bepaald punt aankomen krijgen ze gratis ontbijt. En ‘friday bikeday’: mensen die elke vrijdag casual gekleed op de fiets naar het werk gaan.
 
Fietsen in Brussel: levensgevaarlijk! Trek dus een fluoriserend pakje aan!Toch schiet het niet op met die 3 procent. Een echte Brusselaar pakt nog steeds voor elke scheet de auto, het liefst met bier op!
Het aantal fietsers groeit gestaag. Ikzelf was een van de eerste waaghalzen, wij waren destijds op een hand te tellen. Voornamelijk mannen. Nu zijn er ook meer vrouwen op de fiets. En vooral veel Scandinaviërs, Nederlanders, Duitsers. Met name hoogopgeleiden. Dat imago willen we ook, van de dynamische, hoogopgeleide fietser. En dan elk jaar 1 procent erbij. In 2015 moet 10 procent van de Brusselaars op de fiets zitten.

Beste Brusselse fietsers, namens Leven op Pluto: zet ‘m op!
   

Het verlies van België

Weer verliest Belgie een grande dame. Justine Henin, de beste tennister ter wereld, hangt haar racket in de wilgen. En dat veroorzaakt in dit land een schok. Pas 25 jaar is ze, nummer 1 in het vrouwentennis. Vlamingen en Walen dragen de Franstalige Henin op handen. Maar Justine ziet het niet meer zitten. Ze heeft een soort burn-out en droomt van een “normaal” leven.

Weet u het nog?
Roland Garros 2003: een historische dag voor België. Voor het eerst in de geschiedenis stond daar een Belgische finale tussen twee grote rivales, Justine Henin en Kim Clijsters. Henin won de beker en het werd een nationale feestdag voor alle Belgen.
 
In een klap is Belgie deze beroemde toptennisters kwijt. De 24-jarige Vlaamse Clijsters zette vorige jaar voortijdig een punt achter haar carriere. Kim loopt tegenwoordig rond met een baby. Nu Henin stopt, is het definitief voorbij met de Belgische gouden jaren. We zullen ons weer met wielrennen moeten vermaken.
 
Wat is dat toch met deze Belgische vrouwen? Liever “gewoon” willen zijn en een hele natie in het verdriet storten. Kan iemand deze vraag voor ons beantwoorden?
Henin en Clijsters waren rivalen en vriendinnen kijk hier naar een kolderiek filmpje met de twee: [youtube]http://www.youtube.com/watch?v=oqfOJAzkEa0[/youtube]

Tommeke weg bij Sophie!

Vorig jaar kregen de Nederlands-Belgisch-Antilliaanse verhoudingen een stevige duw in de rug toen Tom Boonen, de meest begeerde man van Vlaanderen, onze 16-jarige landgenote Sophie van Vliet schaakte. Op het overromantische eiland Curaçao versierden de twee elkaar en liefdesbaby’s leken op komst. Wij zagen voor het stel een prachtige carriere weggelegd als sportdiplomaten.

De Belgische boulevardpers was minder gelukkig met deze ontwikkeling. Tom had de keurige Vlaamse schone Lore verruild voor een ‘Ollands loederke.’ Ook spraken ze schande want Sophie is elf jaar jonger dan hij, pedofiel!

Dit weekend kon Vlaanderen eindelijk opgelucht ademhalen toen mama Boonen op haar weblog bekend maakte dat Tommeke weer terug is bij zijn oude lief. Moeder Boonen is blij dat Tom voor Lore kiest. “Ze is een schakel die de ketting goed doet draaien”, schrijft ze in haar blog. “Mijn moederinstinct zegt dat het goed is.”


Deze ontwikkeling was zo belangrijk dat het een van de hoofdpunten werd in het journaal van de commerciele zender VTM.
Of Tom echt inspiratie van Lore krijgt valt te betwijfelen. De voor Tom zo belangrijke voorjaarsklassiekers zijn begonnen en hij kwam zondag tijdens de Ronde van Vlaanderen niet verder dan een zeventiende plaats.

Wij van Leven op Pluto vinden het stiekem toch een beetje jammer. Dus wensen wij Sophie veel sterkte met dit grote verlies.

 

Belgische schaatscommentator?!

Nog geen week in België en mijn droom is uitgekomen: zondag maakte ik mijn debuut als schaatscommentator op de Vlaamse TV!!! Ook de Belgische versie van TV Limburg was naar Lommel gekomen om te kijken hoe Kris Schildermans reed op het EK Allround. Onterecht wordt hier overigens gemeld dat ik namens wereldomroep in België zit. Dit is niet waar al heb ik wel met veel plezier wel voor die club gewerkt. Kijken:

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=ZxQ4o-AIh6I[/youtube]

De beste schaatser van België op het EK

Wat doe je als Nederlander en schaatsfanaat als je net naar België bent verhuisd? Je kunt natuurlijk thuis voor de buis gaan zitten. Wij vonden het leuker om het Europees Kampioenschap te volgen bij enige echte “Snelschaats” vereniging van België in Lommel. De vereniging vierde zaterdag haar twintigjarig bestaan en volgde bij die gelegenheid de verrichtingen van de Belgische schaatshoop sinds Bart Veldkamp: Kris Schildermans.

In de kantine van Luna’s ijstadion in Lommel lopen we direct in de armen van mevrouw Schildermans, de voorzitter van de Noord-Limburgse Snelschaatsvereniging (NLSV). En het vermoeden bij het horen van deze naam is waar: mevrouw Schildermans is ook de moeder van Kris. “Ik ben een beetje zenuwachtig,” vertrouwt ze ons toe. “Vanochtend heeft Kris op de 500 meter al een persoonlijk record gereden en zodirect staat zijn favoriete afstand de 5 kilometer op het programma.” Een persoonlijk record zal er op deze afstand niet inzitten want dat staat scherp: 6.35,56 gereden op het olympische ijs van Calgary.

Dan is het moment aangebroken, zo’n twintig mensen zoeken een stoeltje voor het scherm en wachten in spanning af hoe hard Kris zal rijden. Mamma Schildermans zwaait naar haar zoon op het beeldscherm. “Go to the start, Ready” en met een knal wordt Kris weggeschoten. De NOS-commentatoren Herbert Dijkstra en Martin Hersman denken veel te weten over Kris en een groot deel wat ze zeggen is waar: Kris is 24, traint met de Zweedse ploeg in Berlijn en is officieel in dienst van het Belgische leger. Alleen hun beeld van de festiviteiten in het thuisdorp van Kris blijkt wat overtrokken, wel vier keer roepen ze dat in Lommel de biertjes nu openschieten en dat de polonaise daar is begonnen.

In de kantine van Luna’s IJsstadion leven de Belgische schaatsers wel mee met hun held, maar om nu te zeggen dat het hier carnaval is… Enigszins bedeesd wordt Kris gevolgd. Mama Schildermans wrijft in haar handen en schuift wat onrustig op haar stoel. “Hij rijdt vlak,” mompelt ze met een onvervalst Vlaamse tongval. “Alweer een rondje 32, mooi!” Kris rijdt 6.50,29 een tijd die goed is voor een 26ste plaats. Mama Schildermans kan opgelucht ademhalen, Kris heeft de streep gehaald en werd niet gediskwalificeerd zoals vorig jaar.

Na de rit van Kris wordt de rest van het EK niet echt gevolgd. Jonge leden van de vereniging zitten in de ballenbak terwijl de ouderen aan tafel herinneringen op halen. Zelfs het EK op het grote scherm maakt al snel plaats voor home video’s van de club. Beelden van de elfstedentocht in 1997, talloze malen Weissensee en kinderwedstrijden zijn leuker dan Sven Kramer. En wat Kris Schildermans betreft, hopen alle leden dat hij zijn doel zal halen: meedoen aan de Olympische Spelen van Vancouver in 2010.