Tag Archives: strip

Rintje op spitzen

Gisteren las ik het droevige bericht dat tekenaar Sieb Posthuma is overleden. In 2009 interviewde ik hem nog over zijn decorontwerp voor Coppelia. Hier, als in memoriam, het interview dat ik schreef voor een lesbrief van het Nationale Ballet:

Een decor ontwerpen voor een balletvoorstelling. Dat is al jaren een droom van tekenaar Sieb Posthuma. En dus ging hij met een stapeltje tekeningen langs bij Het Nationale Ballet. Nu, drie jaar later is zijn droom uitgekomen en kan Sieb naar zijn eigen tekeningen kijken, enorm uitvergroot en in 3D.

Coppelia_SiebEen blik op het decor van Coppélia zal bij veel bezoekers een bel doen rinkelen. Je herkent de tekenstijl maar waarvan? Het antwoord zou best de hond Rintje kunnen zijn. Al negen jaar tekent Sieb de avonturen van dit zwerfhondje voor NRC Handelsblad.

U maakt met Coppélia uw debuut als decorontwerper. Waarom was dat een wens?

“Ik ga al van jongs af aan naar theater en ballet. Ik wilde daar wat mee doen. Voorstellingen die veel weg hebben van een sprookje sluiten goed aan bij mijn stijl.”

Is het niet lastig om zo groot te moeten tekenen terwijl je gewend bent op een A4-tje te werken?

“Je moet niet denken dat ik zelf met een enorme kwast heb staan schilderen. Ik heb het ontwerp gemaakt en de decorbouwers van Het Muziektheater hebben die vergroot. Het was heel bijzonder om te zien dat deze mensen mijn tekenstijl zo precies konden namaken.”

Maar blijft je oorspronkelijke tekening dan wel overeind?

“Dat valt best mee, in een tekening zijn vooral de verhoudingen belangrijk. Als die kloppen, blijft wat je maakt overeind. Dat heb ik al gemerkt bij de verkleining voor de kinderpostzegels die ik ontwierp en dat zie ik nu met de vergroting in het theater.

Wat is het hoogtepunt van uw ontwerp?

“Er zijn vele hoogtepunten maar het leukste vond ik het tekenen van absurde machines die niet kloppen. Als Zwaantje en haar vriendinnen het laboratorium van dokter Coppelius doorzoeken, komen ze allerhande apparaten tegen. In het begin zijn die vrij braaf maar ze worden steeds grimmiger. Op een gegeven moment zie je losse ledematen en kom je erachter dat Coppelius ook een duistere kant heeft.”

Dan valt mijn oog op een hondenmand in de hoek van het atelier. Gebruik je die ter inspiratie wil ik weten. “Nee hoor, dat is de mand van Rintje,” zegt de striptekenaar lachend. “Hij bestaat echt en ik moet hem iedere dag uitlaten.” Sieb blijkt toch erg dol op zijn eigen hond want Rintje maakt in Coppélia zijn balletdebuut. “In de voorstelling dansen twee kinderen een klein verhaaltje over twee hondjes die elkaar eerst niet mogen en uiteindelijk toch vriendjes worden. Dat zijn eigenlijk Rintje en zijn vriendinnetje Henriëtte.”

 

Eindelijk lucht!

In Brussel pakken de meeste mensen voor iedere scheet de auto. Gevolg is dat deze stad factor 10 smeriger is dan Amsterdam. Zondag konden we eindelijk ademhalen want de Brusselse binnenstad was in het kader van het Irisfeest voor een dag autoloos. Wat ons betreft mag dit vaker!

De Brusselaars gingen niet alleen per fiets en te voet de straat op, er was ook een zeepkistenrace met daarin natuurlijk vele striphelden zoals Guust Flater, meerdere Romeinen, Kuifje in Congo, Quick & Flupke. Maar ook deze broers deden mee:

.

Robbedoes in VN

Deze week in Vrij Nederland een artikel over het beroemde stripblad Robbedoes/ Spirou. Het blad dat striphelden als Lucky Luke, Guust Flater en De Smurfen liet ontstaan is deze week echt zeventig geworden. Reden genoeg voor een feestje.

In het stuk een bezoek aan de redactie anno 2008, een interview met oud-hoofdredacteur Thierry Martens en een overzicht van de roemrijke geschiedenis van het blad.

Koop hem nu, hij ligt twee weken in de schappen!

In het Brusselse stripmuseum is nu overigens een tentoonstelling over Spirou/Robbedoes.

Hier rechts overigens een afbeelding van Marsipulami, het beest uit Franquins beroemde bos Palombie.

Een overleden stripheld

België lijkt deze weken het ene symbool na het andere te verliezen. Na Hugo Claus is vrijdag ook Raymond LeBlanc op 92 jarige leeftijd heen gegaan. LeBlanc oprichter van de stripuitgeverij Edition Du Lombard en overtuigde Herge in 1946 het stripblad Kuifje (TinTin in het Frans) te beginnen.

Kuifje was een stripblad voor jongeren van 7 tot 77 jaar. Toen het eerste nummer in september 1946 verscheen, was het meteen een daverend succes: alle zestigduizend exemplaren waren in no-time uitverkocht. Naast nieuwe verhalen van Herge’s reporter Kuifje maakten onder andere ook Dommel en Suske en Wiske in dit blad hun debuut.

Samen het andere Belgische stripblad en topconcurrent Spirou (Robbedoes in het Nederlands) was TinTin jarenlang het belangrijkste striptijdschrift. Het succes hield aan tot de jaren tachtig. Vanaf toen daalde het aantal lezers en volgens velen ook het niveau. De redactie probeerde vanalles om het hoofd boven water te houden. Het mocht niet baten: in 1993 viel het doek voor Kuifje.

Gefeliciteerd Spirou!

Mannen houden van strips. En strips houden van mannen. En zo stond ik woensdagavond in een zaal vol volwassen jongens, snoepend van een enorme Robbedoes-chocoladetaart. Tekenaars, uitgevers, hoofdredacteuren, herinneringen ophalend aan het stripblad Robbedoes, in het Frans Spirou.


Spirou wordt dit jaar 70. Het is het oudste nog bestaande stripweekblad van Europa. De invloed van Spirou op de Europese stripcultuur was enorm. Guust Flater, Asterix, Lucky Luke, de Smurfen, allemaal zagen ze het licht in Robbedoes. En natuurlijk de rode piccolo zelf en zijn vrienden Kwabbernoot en Marsupilami.
Het was een te gekke tijd, vertellen de oud-medewerkers. Chaotisch! De redactie was een puinhoop! In die puinhoop verzonnen zij als jonge mannen de ene idiote stripfiguur na de andere. 

Maar het feest in het stripmuseum te Brussel heeft een wrange bijsmaak. Spirou mag dan wel jarig zijn, de Nederlandse versie Robbedoes is kort geleden (2005) ter ziele gegaan. Te weinig lezers, waarschijnlijk door de moordende concurrentie van televisie en internet. In Wallonië houdt Spirou – met 65.000 abonnees – zijn hoofd nog boven water.

De stripgekken, de Spirou-mannen op leeftijd, kijken er een beetje sip bij. Maar het zijn vooral de goede herinneringen die blijven. Ze slaan elkaar op de schouders, zwaaien hun champagneglazen de lucht in en zingen uit volle borst: “Joyeux anniversaire Spirou!”

Hoe Suske en Wiske de elfstedentocht uitvonden

In september vorig jaar stond in de krant dat steeds meer Vlamingen in Friesland op vakantie gaan. De doorgaans stugge Fries en de bourgondische Vlaming schijnen elkaar gevonden te hebben. Van zeilen houden de zuiderlingen niet, vooral het fietsen van de elfstedenroute blijkt populair.

Daar zit geld in moeten ze Studio Willy Vandersteen gedacht hebben. Want de jongste editie van de striphit Suske en Wiske heet ‘De Elfstedenstunt’ en speelt zich af in het hoge noorden van de Lage Landen.

In De Elfstedenstunt worden Suske en Wiske via de teletijdmachine naar het Friesland van de achttiende eeuw geflitst. Daar blijkt Frisia, de lentefee gevangen genomen te zijn door Froast de jaloerse ijskoningin. Gevolg: Friesland is gehuld in een permanente winter. De sleutel van Frisia’s kooi heeft Froast omgetoverd in elf mannetjes die zich in elf verschillende Friese steden bevinden. Suske en Wiske kunnen de mannetjes terugtoveren in delen van de sleutel door ze aan te raken met een vuursteentje. De snelste manier om die alle steden te bereiken blijkt per schaats.

Het verhaal loopt natuurlijk goed af, en Suske en Wiske zorgen ervoor dat het weer lente wordt en vinden per abuis de elfstedentocht uit. Toch kon deze aflevering van Suske en Wiske ons niet echt bekoren. In vergelijking tot oudere afleveringen van de strip is de verhaallijn flinterdun en voorspelbaar. Ook de historische anekdotes uit Friesland zijn op weinig creatieve wijze in het verhaal verwerkt.

Wij moesten eigenlijk alleen lachen op het moment dat Commissaris van de Koningin Ed Nijpels in de strip verschijnt. De Elfstedenstunt is de moeite waard als verzamelobject voor Elfstedengekken, Suske en Wiskefanaten en Friezofielen. Die laatste groep kan hem natuurlijk al in Friese vertaling krijgen als “De Alvestedestunt.” Want als Friezen en Vlamingen een ding gemeen hebben is het wel hun mate van Nationalisme.

P.S. een raadseltje: wat ontbreekt er op de cover van deze Suske en Wiske?