Tag Archives: Vlaanderen

“Je kunt geen wegen tot de oneindigheid aanleggen.”

Vlaams minister van Verkeer Hilde Crevits heeft het niet makkelijk. Wie in haar gebied even echt flink op het gaspedaal drukt, rijdt binnen onafzienbare tijd over andermans grondgebied. Wallonie, Brussel en Nederland zijn nooit ver weg. Dus gaat Crevits er prat op goede relaties te hebben met haar collega’s. Duidelijk goed gemutst laat ze weten: “Ik ervaar dat elke dag.”

210 kilometer. Dat is de afstand die minister Hilde Crevits (1967) elke dag weer aflegt om van haar huis naar haar kabinet (Vlaams voor ministerie) in Brussel te komen. 105 kilometer werken en bellen heen, 105 kilometer werken en bellen terug, want christen-democratische politica woont nog altijd in haar geboorteplaats Torhout.

Elke dag op en neer, en Crevits doet dat niet om als minister de staat van de wegen te controleren. Nee, als een een echte Vlaamse politica is ze stevig verankerd in haar eigen regio. Ze is er geboren en getogen en begon er haar politieke carriere. Nog altijd is ze naast minister ook gemeenteraadslid in de kleine gemeente onder de rook van Brugge.

De Vlaming en de kerktoren van de plek waar ze ter wereld kwamen, het blijft een onverslaanbaar duo. Over de vraag welke weg de minister zelf het meest koestert, hoeft ze niet lang na te denken: “De E403 van Kortrijk naar Brugge met afrit Torhout, dat is mijn afrit naar huis,” klinkt het resoluut. “Ik heb deze afrit al op alle mogelijke uren van de dag gezien, in het donker, in de opgaande of ondergaande zon en ook al in de regen en de mist. Het is hetzelfde maar toch telkens anders… en het is ook wel telkens thuiskomen.”

(foto: www.hildecrevits.be)

In de volksmond mag Crevits dan minister van verkeer genoemd worden, officieel prijkt er ‘mobiliteit en openbare werken’ op haar visitekaartje. Behalve van snelwegen, op- en afritten en strooizout is ze ook minister van “Busje komt zo” zoals ze het zelf typeert. Openbaar vervoer dus. Om alles ingewikkeld te houden is ze niet de enige met een dergelijk ambt in Belgie. De federale regring van het land, Brussel en Wallonie hebben ieder hun eigen mobiliteitsminister.

Een Vlaams minister van verkeer. Het zal vooral onze Nederlandse lezers wat vreemd in de oren klinken. Heeft een klein land als België niet genoeg aan een Belgische minister van verkeer?
“Mijn bevoegdheden mobiliteit en openbare werken zijn ruimer dan de investeringen in wegen alleen. Tot mijn pakket behoort ook het openbaar vervoer, havens, regionale luchthavens, bruggen, waterwegen, verkeerseducatie, kustverdediging… Vlaanderen staat voor grote uitdagingen door zijn specifieke situatie: heel veel lintbewoning, veel verstedelijkte gebieden die kort op elkaar liggen, enkele grote economische poorten met een invloed op de mobiliteit… Deze specifieke (grondgebonden) situatie vraagt ook een gerichte aanpak en die doen we via het Vlaamse mobiliteitsbeleid.”

Toch kunnen bussen, wegen en stranden niet praten en hebben dus weinig met taal te maken. Bovendien: zowel Wallonië als Vlaanderen hebben toch belang bij een goed en op elkaar aangesloten wegennet. Levert dat echt geen (verkeers)opstoppingen op?
“Er zijn gemeentewegen en gewestwegen. En tot voor kort waren er ook nog provinciewegen. Net zoals in andere federale staten zoals Duitsland en Zwitserland zijn er in België een aantal bevoegdheden overgeheveld van de federale staat naar de gewesten. Maar wees gerust, onze wegen en ons openbaar vervoernetwerk sluiten op elkaar aan. Dat ervaar ik zelf elke dag.”

Hoe liggen de verhoudingen tussen de Belgische staatssecretaris van mobiliteit en u als Vlaams minister?
“Mijn relatie met mijn federale collega, staatsecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe, is uitstekend! We hebben ook regelmatig overleg. Ook met mijn andere collega’s van het Brussels en Waals gewest heb ik contact.”

De grootste uitdaging van iedere minister van verkeer is om iets te doen aan de grootste frustratie van de automobilist: de files. U heeft er vast wel eens over nagedacht, enig idee hoe dit probleem op te lossen zou zijn?
“Er is geen simpele oplossing voor de files. Het vereist een integrale aanpak. Uit een recent verplaatsingsonderzoek blijkt dat alle Vlamingen samen zo’n 21 miljoen verplaatsingen per dag doen. We nemen de auto voor ruim tweederde van alle verplaatsingen. Opmerkelijk is dat bij de helft van de mensen die op maximaal 5 km van hun werk wonen, toch de auto gebruiken. Hier is nog een groot potentieel voor de fiets. De huidige cijfers geven stof tot nadenken over hoe we in de toekomst gaan verplaatsen. De bevolkingsgroei, de vergrijzing en de daling van het aantal mensen per gezin zullen er enkel voor zorgen dat we ons nog meer gaan verplaatsen. We kunnen geen wegen tot in de oneindigheid aanleggen.

“In beleid zet ik nu in op verschillende sporen: investeren in fietspaden om meer mensen op de fiets te krijgen, net zoals in Nederland, waar er een echte fietscultuur is. Verder wil ik het openbaar vervoer meer vraaggestuurd maken en om de doorstroming op de weg te verbeteren wil ik zogenaamde slimme wegen aanleggen. Dat kan met dynamische borden zodat de weggebruikers over accurate info beschikken en hun traject kunnen aanpassen.

“Ook wil ik een aantal missende verbindingen aanleggen. Tegen het einde van mijn legislatuur moeten er zes in uitvoering zijn: Noord Zuid Kempen, Noord Zuid Limburg, derde scheldekruising in Antwerpen, de A11 naar Zeebrugge, N60 rondweg in Ronse, vervollediging van de zuidelijke tak van de R4 in Merelbeke.”

Waar liggen in de nabije toekomst de andere grote uitdagingen in het Vlaamse verkeer?
“Infrastructuur moet sterk, veilig en slim zijn. Ik ben gestart met een grote inhaaloperatie om de onderhoudsachterstand in te lopen. De autosnelwegen wil ik weer in goede staat hebben tegen 2015, de gewestwegen tegen 2020. Gevaarlijke kruispunten worden systematisch aangepakt, zodat ongevallen dalen. Verder streef ik naar een juiste verhouding tussen fiscaliteit en prijs. Rond 2013 willen we een kilometerheffing voor vrachtwagens invoeren. Voor personenwagens willen we een vergroening van de autofiscaliteit op basis van milieucomponenten van de auto’s.

“Tot slot wil ik inzetten op multimodaliteit. Als we ons verplaatsen moeten we niet exclusief kiezen voor het ene of het andere vervoersmiddel, maar voor een combinatie. Daarom moeten er naadloze overstappunten voor personenvervoer komen, van fiets naar trein, bus en/of auto.”

(foto: www.hildecrevits.be)

Nederland
Spannender dan de interne Belgische mobiliteitsverhoudingen is wellicht de relatie met Nederland. De Vlaamse en Nederlandse regeringen steggelen wat af. Nederland doet moeilijk over ontpolderen in Zeeland en Vlaanderen jaagt de Nederlandse automobilist op kosten door een wegenvignet in te voeren. Hoog tijd de Vlaamse minister te vragen naar de verhoudingen met het buurland.

Heeft u regelmatig contact met uw Nederlandse collega?
“Sinds de vorming van de nieuwe Nederlandse regering heb ik al een paar keer minister Melanie Schultz van Haegen ontmoet onder andere over de nieuwe sluis van Terneuzen. De gesprekken zijn zeer constructief.”

Ik begrijp dat u hier een diplomatiek antwoord geeft maar toch zijn er nogal wat zaken die niet helemaal soepel lopen. Denk maar eens aan de ijzeren rijn, de Hedwigepolder en het wegenvignet. Waarom zitten de twee buurlanden elkaar op dit gebied eerder dwars dan dat ze elkaar sterker te maken?
“Kijk, ieder heeft in elk dossier zijn eigen aandachtspunten. En daarover moeten we samen tot een vergelijk komen. En dat proberen we te doen door constructief met elkaar te overleggen.”

CV Hilde Crevits

1967 geboren te Torhout

1985-1990 studie rechten in Gent

2000-2004 provinciaal raadslid CD&V, West-Vlaanderen

2001-2007 eerste schepen (wethouder, red.) in Torhout

2004-2007 Parlementarier Vlaams parlement

2007-2009 Vlaams minister van openbare werken, energie, leefmilieu en en Natuur

2001-heden gemeenteraadslid Torhout

2009-heden Vlaams minister van mobiliteit en openbare werken

Hilde Crevits is getrouwd met architect Kris Devolder. Het stel heeft twee kinderen.

Stukken en brokken uit de realiteit

Flash! Een felle korte lichtstoot schiet over een provinciale weg. Wat zouden automobilisten hiervan denken? ‘Shit, reed ik te hard?’ Fotograaf Jimmy Kets heeft wel eens meegemaakt dat een snelheidsduivel omdraaide om te kijken of hij zojuist gesnapt was door een flitspaal. ‘Er komt nog een dag dat ik een klap op mijn bakkes krijg,’ zegt Kets lachend. ‘Maar je moet er wat voor over hebben om de juiste foto te maken.’

Heel wat kilometers legt Kets af voor zijn nieuwe project ‘Shot in Flandres’ waarin hij Amerikaanse invloeden in Vlaanderen wil vastleggen. Makkelijk is anders. Als je goed kijkt is het meeste om ons heen gewoon van ‘eigen’ Europese makelij. Om de slagingskans te vergroten, zoekt Jimmy Kets (1979) het aan de randen van de stad. ‘Laten we naar de Kortrijkse Steenweg gaan,’ zegt Kets als we vanuit Gent vertrekken. Loerend over zijn stuur schieten zijn ogen van de weg via zijn spiegels naar de weg en terug. Maar Kets kijkt constant verder dan de gemiddelde automobilist, soms wijzend op een mooie, vreemde of geestige combinaties in het voorbij trekkend landschap.


In België zijn talloze steenwegen. Ooit waren dit de eerste verharde levensaders die, bol van de bedrijvigheid, steden aan elkaar regen. Met de komst van snelwegen verloren veel steenwegen hun centrale functie. De snelweg, de vooruitgang. Het viel allemaal samen met uit de Verenigde Staten overwaaiende zaken als carwashes, supermarkten met parkeerplaatsen en drive inn vettigheid. Juist dit soort Amerikaanse zaken hebben zich opvallend vaak juist aan die steenwegen gevestigd. Goed bereikbaar en ruimte zat op die plekken waar eens stinkende industrie stond. De steenwegen hebben zich ontpopt tot oorden waar mensen met de auto snel hun ding doen en dan weer vertrekken. Om de voorbijgangers in hun bolide te overtuigen toch even te stoppen, staan er schreeuwerige borden langs de kant van de weg.

Kets vertelt in korte zinnen en zo is zijn rijstijl ook. Vaak net begonnen of hij stopt en zet zijn auto aan de kant om iets te gaan bekijken. “Kijk daar, het lijkt wel of die voor ons is neergezet!” zegt hij bij de derde stop. Voor ons staat een zilvergrijze Lincoln te blinken in de late november zon. Hij stapt uit en loopt een paar rondjes om de auto terwijl hij allerhande details van de bolide van dichtbij bekijkt. Dan pakt hij zijn camera en flits. “Nu begint het echt moeilijke werk,” legt Kets uit. “Ik wil er een tijdloos beeld van maken waarvan je ook niet direct het idee krijgt dat het in Vlaanderen geschoten is.” Na enig speuren door de lens kiest Kets voor het interieur van de auto met op de achtergrond fastfoodketen Quick. “Ik weet het: Quick is Frans, maar het is wel een drive inn en dat is weer heel Amerikaans.”

Het resultaat werkt bevreemdend. Het flitslicht kaatst heel hard van de banken van de auto je gezicht in terwijl juist de omgeving wordt weggedrukt. Dat is precies wat Kets wil. “Ten opzichte van mijn dagelijkse werk als persfotograaf wil ik in mijn eigen werk het accent verleggen, naar dingen die je normaal niet opvallen. Flitsen helpt daarbij want het werkt heel confronterend: je ziet alles.” We rijden verder maar vinden vandaag nauwelijks goede spots met een Amerikaans tintje. Wel opvallend veel verlaten bordelen trekken onze aandacht. Als ik Kets suggereer dat dit misschien wel een mooie volgende serie is, zegt de fotograaf die met zijn camera ook graag professioneel op erotiekbeurzen komt lachend: “Wie weet, dit project begon ook met kuit van een wulpse dame waar Elvis op getatoeëerd was.”

do 17 mrt 2011 t/m zo 20 mrt 2011
Jimmy Kets Brightside/Shot in Flandres
Waar? Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond, Nes 45, Amsterdam
In het kader van Belgie?!…
Opening: donderdag 17 maart, 17u00

Viezer & (dus) beter dan Kris & Koen…

Afgelopen weekend was het Uitmarkt in Amsterdam. Voor alle lezers in het zuiden: dat is de opening van het culturele seizoen in Nederland. De Uitmarkt heeft wel wat weg van die vele festivals die je bij jullie op vrijwel elk dorpsplein vindt. Dit jaar was de Dam het centrale punt en dus deed ook Vlaams-Cultuurhuis De Brakke Grond mee. Met natuurlijk louter cultuur uit het zuiden.

Uw mannelijke reserve Belg van Leven op Pluto had de eer op zaterdag ceremoniemeester te zijn in dit stukje cultureel Belgisch grondgebied. Daar speelden namelijk diverse Vlaamse bandjes. Onder hen ook The Violent Husbands die samen met zangeres Mira zorgden voor het ongetwijfeld heetste moment van de ganse flUitmarkt. Met pornografische Duitse snorretjes, hitsige heupbewegingen en een hoop kwijlbakkerij brachten zij namelijk schuine liedjes uit Vlaanderen waarvan sommigen al meer dan honderd jaar oud zijn.

Ik kreeg er rode oortjes van net als de NPS die deze zuiderlijke viezerikken natuurlijk meteen wisten te vinden:

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=ZQo5s9q6eCc[/youtube]

(overigens bleken The Violent Husbands niet alleen goed in schunnigheid, ook van een pintje waren deze Bruggenaren niet vies. Al met al was ik een dag en een nacht lekker terug in mijn reserveland. Met een heerlijke kater als gevolg…)

‘Leuven op Pluto’ met een Antilliaans tintje

Tja, vaste lezers van deze weblog vragen zich wellicht af waarom het de laatste tijd zo verschrikkelijk stil is… De reden hiervoor is simpel en een beetje dramatisch: sinds een maand wonen wij namelijk niet meer in Brussel maar hebben we onze ‘residentie’ weer in Amsterdam. Deze site blijft bestaan en wij denken na over de vorm die hij in toekomst gaat hebben.

Gelukkig blijven we België vanuit ‘Olland’ natuurlijk wel volgen. Dit weekend waren we in bijvoorbeeld in Hoogstraten. Dit anders zo rustieke Vlaamse stadje verandert eens per jaar voor twee dagen in een swingende Caribische stad tijdens de Antilliaanse Feesten. Luister hier naar een reportage die Pieter-Bas maakte voor de Surinaamse en Antilliaanse uitzendingen van de Wereldomroep en bekijk hier een aantal foto’s.

Toen we in de vroege ochtend uitgewerkt waren en terugkeerden naar de camping werden we warm toegezongen door een gezelschap uit Leuven. We pinkten een traantje weg en realiseerden ons meteen dat wij dan fysiek wel weg zijn uit het land maar in ons hart blijven we een beetje reserve Belg.

Exclusief voor Leven op Pluto de nieuwste sensatie uit Vlaanderen: de boyband Leuven op Pluto!

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=WvrcNghnthE&feature=channel_page[/youtube]

Een spook waart door Europa

En dat spook heet Derk-Jan Eppink. De kleine, bebrilde Nederlander loopt een beetje gebogen door het Brusselse café waar hij deze avond een toespraak houdt. Dit is de kroeg waar de Nederlandse gemeenschap het liefst een Holland House van zou maken. Een paar keer per jaar verandert het drankgelag in een oranje zee waar André Hazes uit de boxen schalt.  

Crazy Orange, vinden ze zichzelf. Wij moeten denken aan het grand café waar de plaatselijke hockeyclub zich vermaakt. Het zijn meestal VVD-ers die hier smullen van bitterballen en proberen nog enthousiaster te zijn dan Erica Terpstra. Maar vanavond geen polonaise op Guus Meeuwis. Een politiek café met een exotische gast: Derk-Jan Eppink.

  In Nederland weet bijna niemand wie hij is, maar in België heeft Eppink de status van BV-er: Bekende Vlaming. Ooit verruilde hij NRC Handelsblad voor de Vlaamse krant De Standaard. Eppink belandde daar op de politieke redactie en werd berucht door zijn zeer liberale ideeën. Gepeperde columns volgden en ruzies met politici onder wie zelfs de populaire, liberale premier van België, Guy Verhofstadt. 

De journalistiek was niet genoeg voor Eppink. Hij wilde het zelf doen. En dus ging hij werken voor toenmalig Europees Commissaris Frits Bolkestein. Onlangs, na een korte tijd in New-York te hebben gewoond, verraste hij vriend en vijand. Eppink sloot zich aan bij de Lijst Dedecker van Jean-Marie Dedecker, voormalig judobondscoach van België. Ook Dedecker was Verhofstadt meer dan zat, verliet diens Open VLD en ging solo. LDD staat sindsdien garant voor succes in de peilingen. Nu lonkt het Europees Parlement. Jean-Marie heeft Eppink gevraagd, als eerste ‘Ollander’ ooit voor een Belgische Europese lijst.  

Eppink heeft een beetje de looks van de Franse filosoof Jean-Paul Sarte. Maar marxist Sartre zal zich omdraaien in zijn graf. Volgens Eppink waart er een nieuw spook door Europa. Geen communistisch spook maar het spook van de Europese regelzucht. Eppink gaat een keiharde strijd voeren tegen de slangenkuil die EU heet. Tegen ‘ecologisch fundamentalisme’ ofwel de macht van de groene lobby en groen rechts. Ook is hij absoluut tegen toetreding van Turkije. En eigenlijk ook van Bulgarije en Roemenië maar dat is te laat. ‘Europa kan niet tegen kritiek. We moeten ophouden met zelfgenoegzaamheid en luchtfietsen. Het is tijd voor Eurealisme!’ 

Zijn pogingen om het café op te hitsen, blijven vooralsnog zonder resultaat. Links en rechts horen we het woord ‘populist’ vallen. Hier staat een nieuwe Rita Verdonk. Of erger: een nieuwe Geert Wilders. ‘Wat moet een intellectueel als jij bij de Lijst Dedecker?’ vraagt de VDD-presentator van de avond. ‘Derk-Jan, in godsnaam, waarom heb je New-York ingeruild voor het Vlaamse dorp Lochristi?’  

Eppink veegt alle kritiek van tafel. Een liberale revolutie staat voor de deur, weet hij. ‘Labour is in de problemen. De Franse Parti Socialiste heeft bijna geen leden meer. De Nederlandse socialisten liggen op apegapen. Om maar niet te spreken van de Vlaamse. Er wacht ons een grote verassing bij de verkiezingen. Wij staan aan het begin van een ander Europa!’  

Maar als liberale politicus socialisten bashen, is natuurlijk te makkelijk. Waarom beproeft Eppink zijn geluk niet bij de Open VLD of de VVD? ‘Guy Verhofstadt is een linkse politicus. Wij zijn de rechtervleugel van de VVD.’ De kandidaat-europarlementariër wil in juni zelfs afrekenen met zijn oude vijand. Verhofstadt is nu lijsttrekker voor Open VLD.  Grote woorden voor een kleine man. De Crazy Orange-feestbeesten worden er toch even stil van. De leegloop bij de VVD is ook hier niet onopgemerkt gebleven. En het is de vraag welke medewerkers straks hun comfortabele Brusselse leventje moeten opgeven. Sommigen verwachten dat de partij in het EP na juni terugvalt van vier naar twee zetels. Deze Nederbelg Eppink heeft in ieder geval wel ambities.  

Na afloop van de show snelt een oudere man met een stropdas op de LDD-er af en vraagt koortsachtig: ‘Maar u blijft toch wel lid van de VVD?’ Intussen zoeken wij de organisator van het debat. Die zit aan de bar, bestelt een whisky-cola en zucht. ‘De VVD had hem misschien wel willen hebben. Maar hij heeft ons nooit wat gevraagd.’ De organisator stond vijf jaar geleden zelf op de VVD-kandidatenlijst. En op de VLD-lijst in het Brussels gewest. ‘Nu zou ik liever D66 willen stemmen. Maar dat mag echt niemand weten.’ 

Het is de hoogste tijd. Eppink heeft zijn slag binnen. Hij heeft er nog vele te gaan. De Hollanders praten alweer over het volgende Crazy Orange feest. Op koninginnedag! Dan eten we hier in Brussel verse haring, wordt ons met trots verteld. Wij moeten beloven dat we ook komen. Ai…  

Drama bij Opel Antwerpen

De fabriek van Opel in de Antwerpse haven lijkt ten dode opgeschreven. Het Amerikaanse moederbedrijf General Motors overweegt de tent te sluiten. 10.000 banen staan op de tocht. Maar de Vlaamse regering probeert te redden wat er te redden valt. Wij reden naar Antwerpen en maakten dit verslag:[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=Kgv3Yj1-EU8[/youtube]

Champagne zonder feest

‘Het is een totale bouillabaisse!’ roept Frieda, de zeventig jarige plaatselijke kunstenares, terwijl ze een oester leegslurpt. ‘Deze puinhoop is een schande voor het land!’ De val van de Belgische regering is het gesprek van dag tijdens de opening van kerstmarkt in provinciestadje Halle. In de vijftien chaletjes wachten mensen kou-kleumend op klandizie. Echt druk is het niet. Bijna alle bezoekers hebben zich verzameld rond de kerstboom en doen zich tegoed aan champagne en oesters.

Aan een tafeltje staan drie heren te speculeren over hoe het nu verder moet. ‘We heffen vandaag het glas op de kerstmarkt maar eigenlijk is er weinig reden tot feest,’ zegt Mark Demesmaeker. Het blijkt de plaatselijke schepen (wethouder) van cultuur te zijn. ‘Ongelofelijk hoe Leterme het heeft verknald, de staat stond er al slecht voor maar door die koppige West-Vlaming functioneert helemaal niets meer.’

Vlaams-Nationalist Demesmaeker maakt van de gelegenheid gebruik om grieven ten opzichten van Leterme te uiten: ‘Dat de federale regering zo loopt te prutsen heeft alles te maken met de realiteit in dit land. Eigenlijk wordt hier krampachtig geprobeerd om twee totaal verschillende landen bij elkaar te houden. Hij beloofde gouden bergen en meer zelfstandigheid voor Vlaanderen maar al deze beloftes heeft hij niet waar kunnen maken. Ook het gerommel rond Fortis laat zien dat de federale regering vleugellam is.’ Demesmaeker begint een vurig pleidooi voor een onafhankelijk Vlaanderen of, op zijn minst een bijna alles omvattende zelfstandigheid.

Leterme’s partijgenoot, het christen democratische gemeenteraadslid Christophe Mercx, staat ernaast wat beteuterd te kijken. ‘Leterme heeft alles willen doen om de spaarders te redden. Eigenlijk hadden ze eerder moeten beslissen om Fortis, net als Nederland, helemaal over te nemen. Maar hij is iets te ver gegaan om het land te redden.’ Er komen een paar dames aan de tafel staan, er wordt lustig gespeculeerd over de vraag wie de opvolger van Leterme moet worden. De naam Jo Vandeurzen valt opvallend vaak. Het hele gezelschap heeft medelijden met de werkeloze minister van justitie. ‘Het is zo’n betrouwbare, goede man,’ klinkt het waarna iedereen instemmend knikt.

Vandeurzen zal het wel niet worden, want hij kwam juist in deze zaak in opspraak. Ook de Waalse vice-premier Didier Reynders (wil niet), Jean-Luc Dehaene (te oud) en de Vlaamse minsiter president Kris Peeters (geen ambitie) lijken het niet te worden. Frieda heeft aan haar tafeltje even verderop inmiddels gezelschap gekregen van een vriendin uit Charleroi, bij hun zoveelste glas bubbels en het tweede dozijn oesters dromen de dames stiekem van de terugkeer van Verhofstadt: ‘Die had pas charisma!’ roepen ze uit met fonkelende oogjes.

foto’s: Maarten van Haaff

Boem!

Hehe, CD&V en N-VA zijn uit elkaar. Het moeizame huwelijk van de Vlaamse christendemocraten hadden met hun dominante partner Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) is op de klippen gelopen. En dat is goed nieuws voor België. Anderhalf jaar lang heeft de N-VA van voorzitter Bart De Wever de Belgische politiek in een houdgreep gehouden (zie onze blog in februari) maar nu lijkt er eindelijk weer wat onderhandelingsruimte te ontstaan in het slepende conflict tussen de twee taalgroepen.

In 2004 was het CD&V een kartel aangegaan met het partijtje N-VA, om zo in te kunnen spelen op de Vlaams nationalistische gevoelens van het kiezer. Het resultaat mocht er wezen want de combinatie werd zowel in het Vlaamse als het federale parlement de grootste partij. Een kartel is een politiek huwelijk dat veel verder gaat dan de in Nederland bestaande lijstverbindingen. Die lijstverbindingen gaan alleen om het binnenhalen van de zogenaamde restzetels, een Belgisch kartel betekent dat je defacto een partij bent bestaande uit twee delen. Het afgelopen jaar bleek dat de twee partners op een cruciaal punt van elkaar verschilden: het CD&V wilde wel onderhandelen met de Walen, de N-VA wilde niets weten van haar landgenoten en verlangt uiteindelijk naar een onafhankelijk Vlaanderen. Bij elk stapje richting een compromis was het antwoord van De Wever: Njet. Een onwerkbare situatie dus. Het voeren van onderhandelingen als een iemand zijn poot stijf houdt, is onmogelijk.

In Vlaamse media en bij het CD&V is tot onze verbazing nauwelijks een geluid van opluchting te horen. Leterme liet vooral blijken het einde van het kartel betreuren, terwijl hij zich juist nu zou kunnen profileren als een echte staatsman die het land wel kan besturen. Ook de media geven de nieuwe situatie niet eens een kans en komen met pessimistische voorspellingen alsof ook zij liever geen oplossing zien. Ze zijn bijkans kritischer over het opheffen van het kartel dan ze in voorafgaande maanden waren over de vastzittende onderhandelingen. De Nederlandstalige media lijkt, net als het CD&V, steeds flaminganter te worden en dat belooft weinig goeds voor de toekomst.