Tag Archives: wielrennen

Op de koffie bij Contador

Jendelo Paula en Alistair Monte hadden donderdag de ontmoeting van hun leven: de twee Curaçaose wielertalenten hadden ruim twintig minuten een exclusief gesprek met de tourwinnaar van 2007 en 2009 en de grote favoriet voor 2010: Alberto Contador.

In Rotterdam start zaterdag de belangrijkste wielerkoers van het jaar de Tour de France. In de Maasstad verkennen de coureurs het parcours, zoeken wielerfanaten een laatst overgebleven slaapplaats en zet de politie de route uit. Voor de hotels hangen hongerige fans en journalisten in de hoop een glimp op te vangen van grootheden als Contador, Armstrong of Geesink.

Wachten was niet nodig voor Paula en Monte. Als logés en speciale gasten van Leo van Vliet, de Nederlandse Bondscoach van de wegrenners en organisator van de Amstel Race op Curaçao, konden ze gewoon doorlopen. Niet veel later zaten ze tegenover hun held Contador. “We hebben zeker twintig minuten met hem gepraat over de route van de Ronde van Frankrijk en hoe hij zich voorbereidt,” vertelt Monte. “Het was een bijzondere ontmoeting.”

Prijs
Monte en Paula wonnen hun reisje naar Rotterdam door hard te fietsen. “Jendelo heeft tijdens de laatste Amstel Curaçaorace de jongerenprijs gewonnen,” vertelt Monte. “Ik had het geluk mee te mogen.”

Het duo is al enkele dagen in Nederland en maakte van de gelegenheid gebruik om te trainen met enkele ervaren vrienden van Leo van Vliet. De komende dagen zullen de jongens de proloog en de eerste etappe van De Ronde van Frankrijk volgen. Ooit hopen ze beiden zelf te schitteren in deze wereldberoemde wedstrijd. Tot die tijd prijkt op hun bureau in ieder geval een foto van henzelf en hun held Contador.

Onze Eerste Ronde

Tja, wie in België woont moet een fiets-gen ontwikkelen. Wij waagden ons er vorige zomer voor het eerst aan. En we moeten zeggen: fietsen in België is inderdaad een van de mooiste dingen die er is.  Maar toch wilden we de echte mannen en vrouwen ook eens aan het werk zien en dus togen wij zondag naar Vlaanderens Mooiste: De Ronde van Vlaanderen. Samen met Maurice Denis (jawel vernoemd naar de eerste winnaar van de Tour de France: Maurice Garin)  namen wij de auto en reden westwaarts. Langzaam maakt de Brusselse tweetaligheid plaats voor Nederlands. Wanneer we Ninove inrijden blijken we ineens tegen de renners in op het parcours te rijden, een zindering trekt door ons heen. Hier wordt straks de koers beslist. Behalve dranghekken en lokale bromsnorren is er nog niet veel te zien. Nadat we onder het poortje van de laatste kilometer gehad hebben, rijden we de fuik van de Ronde binnen. Na enkele kilometers is De Ronde ineens overal. We willen kasseien en een fijne helling zien. Naar Velzeke willen we, maar als we in de buurt komen blijken de renners daar al gepasseerd, Mater dan? Halen we niet. We besluiten richting Oudenaarde te gaan, maar waar precies? Doelloos rijden we rond totdat we op een groepje mensen stuitten. We parkeren de auto en stappen uit. Bingo! We blijken bij Eikenberg te zijn en krijgen wat we willen: kasseien en een helling.

“Over een minuut of tien passeren hier de vrouwen!” weet een oudere man. En inderdaad niet veel later racen de vrouwen aan ons voorbij. Zodra de laatste dame is gepasseerd stuiven de bezoekers uiteen, op zoek naar de volgende spot. Naast de wielrenners blijkt half Vlaanderen hier aan sport te doen. Doel: het peleton zo vaak mogelijk zien passeren. Ze vervoeren zich per motor (voor de handigen), fiets (voor de fanatiekelingen) en kwat (voor de stoere opgeschoten jonkies). “De auto is hopeloos,” vertelt een jonge fabrieksbeveiliger terwijl hij aan een shaggie lurkt. “Sta je alleen maar in de file. Ik heb de vrouwen nu al drie keer zien passeren. Maar ik ga, ik moet verder… De mannen komen hier later deze middag, tot dan.”

We hadden zo gehoopt dat wij ook op een plek of drie de snelheidsduivels konden toejuichen maar om dat te doen blijkt dat je de omgeving heel goed moet kennen. Op aanraden van de vriendelijke beveiliger lopen we naar de plaatselijke manege waar de lokale bevolking zich voor de TV heeft verschanst. We beginnen met koffie maar niet veel later geven we toe en laten het eerste pintje door onze slokdarm stromen, net als iedereen om ons heen. Het wordt steeds drukker en net terwijl wij ons tweede glaasje nemen, vertrekt iedereen. Haastig nemen wij de laatste slokken en volgen de Vlamingen. Na een wandelingetje over kasseien en een knollenland komen we aan op het hoogste punt van de Eikenberg. We blijken niet de enigen. Duizenden Vlamingen, Nederlanders en opvallend veel Britten vermaken zich.

Om ons heen wapperen de Vlaamse vlaggen. Ook wij krijgen een geel-zwart vlaggetje in handen gedrukt, van de Vlaamse Volksbeweging, een club die zich o.a. met dit soort “bevlaggingsacties” inzet voor een onafhankelijk Vlaanderen. Het vlaggetje voelt niet goed, veel te Nationalistisch voor ons Ollanders zonder H. We stoppen ons exemplaar veilig in een tas. De spanning stijgt en als we de helikopter horen aankomen. Het gejuich en koebellen op de berg zwellen aan. Even later zien we de renners, met hun tong op de trappers hun fiets in bedwang houden, de dunne wieltjes lijken vooral de richeltjes tussen de kinderkopjes op te willen zoeken. Je moet het kunnen, rijden over zo’n hobbelige ondergrond. Het is een Belgische specialiteit, vandaar dat we ook veel Vlamingen in het begin van de koers zien. Als de meeste renners gepasseerd zijn, ploeteren wat achtergebleven Raborenners en Colombianen de berg nog op. Ze worden aangemoedigd vooral door te gaan. De meesten nemen deze col nog mee, slecht twee renners van de Spaanse ploeg Euscartel geven op en rijden over de snelweg naar de meet in Meerbeke.

Een tweede plek om de wielercracks te zien, blijkt iets te hoog gegrepen. We besluiten terug te rijden naar het supporters-lokaal van Peter Van Petegem in Brakel. Onderweg zagen we de lokale bevolking daar al stevig indrinken.  De man die De Ronde in 1999 en 2003 won, hangt wat verlept aan het café. Van Petegem koerst niet meer maar toch de sfeer in het lokaal zit er goed in. Motormuizen, amateurfietsers en lokale gezelligheidsdieren doen zich te goed aan champagne en bier. Sommigen volgen de wedstrijd al niet meer, de meesten wel. Wij verdringen ons rond een klein scherm om te zien hoe de renners de beroemde Muur van Geraardsbergen beklimmen. Wij probeerden hem ook (link) maar leken toen halverwege stil te staan. Ook voor de profs lijkt het lastig. Weer is het een lokale held die op deze fameuze plek niet tot stilstand komt en juist een versnelling inzet. Stijn Devolder doet hetzelfde als hij vorig jaar deed en wint in zijn eentje de koers.

Applaus klinkt en de tap begint weer te stromen, een Belg op het hoogste schavot, een Vlaming nog wel. Dat is het mooiste wat er is, vinden ze. En zo werkt de Vlaming. Toen Tom Boonen vorig jaar geen enkele voorjaarsklassieker wist te winnen maar wel de internationaal vermaarde Groene Trui in de Ronde van Frankrijk mee naar huis nam, spraken sommigen toch van een matig seizoen. Een grote wielrenner in Vlaanderen dient thuis te winnen. Dat kleine denken van menig Vlaming is soms onbegrijpelijk maar op een dag als vandaag is het mooi, onbeschrijfelijk mooi en je zou zo een van hen willen zijn. In elk geval gaan we volgend jaar weer in de hoop op een wederom een Vlaamse winnaar.

De Muur

Beste Armand,

‘Ben je aan het fietsen door Belgie? Dan heb ik een opdracht voor je,’ zei jij*. ‘Fiets de muur van Geraardsbergen op!’ Dat zal ze leren, moet je gedacht hebben. Arrogante Ollanders die fietsen in Belgie.

Belgie heeft zijn eigen muur, geen stenen wal tussen strijdende bevolkingsgroepen zoals in Berlijn, Israel of China maar een fietsmuur. Oftewel een kleine berg in de Vlaamse Ardennen met een fietspad erop. Kom maar op! Dachten wij.

Na een fikse, geslaagde stijging om het centrum van Geraardsbergen te bereiken, drinken we ons moed in met een enkel biertje. Gesterkt en enigzins overmoedig rijden we richting de zo fameuze plek uit de Ronde van Vlaanderen. ‘De muur is een van de lastigste plekken uit de ronde,’ had jij ons verzekerd. ‘Wie daar als eerste bovenkomt heeft de koers meestal in zijn zak. De fikse afdaling daarna en de laatste Bosberg kan daar meestal geen verandering in brengen.’

De coureurs van Ronde van Vlaanderen hebben er al heel wat kilometers opzitten als ze de muur bereiken, wij zijn uitgerust en denken het aan te kunnen. Sophie probeert het eerst, maar op eenderde hangt de ketting al werkeloos naast het tandwiel. Schakelproblemen, waar ook Pieter-Bas mee kampt. Wat fietst zijn oude barrel ineens zwaar, zijn dunne bandjes willen steeds tussen de kasseien in plaats van erop. Hij besluit af te stappen en naar boven te lopen om het later zonder fietstassen te proberen.

Sophie zit inmiddels weer op de fiets. Langzaam pakken haar stevige mountainbikebanden het ene naar het andere kinderkopje. Dan plotseling, op tweederde van het rechte stuk, komt haar voorwiel ineens omhoog en niet veel later ligt ze roerloos op weg. Huh? Dit is dus De Muur: een ogenschijnlijk eenvoudig klimmetje dat rechtdoor omhoog gaat, maar dan wel met stijgingspercentage van 20%. Geen bochten, geen asfalt, geen ontsnapping mogelijk.

Pieter-Bas probeert het daarna nog twee keer zonder bepakking en zonder echt succes. De meest succesvolle poging standde percies op de plek waarop Sophie de berg afkukelde. Je staat gewoon stil. Na deze onderbreking lukt de rest wel.

Vol verbazing en respect zien we bovenop de berg de ene na de andere fietser arriveren. Kristof, een dertiger in strak wielerpakje, fietste de berg al talloze malen op. De eerste keer was hij elf. ‘In een keer erop!’laat hij trots weten. Kristof is speciaal voor De Muur in Geraadsbergen gaan wonen en vroeg zelfs zijn vrouw hier ten huwelijk. Hij geeft ons wat tips. ‘Allereerst moet je onderaan meteen in een hoge versnelling gaan rijden, zorg dat je iets dikkere banden hebt en tja, je zult toch een beetje moeten trainen…’ zegt de professionele amateur terwijl hij wat minachtend naar ons bijeengeraapt zooitje kleren kijkt.

We hebben alles fout gedaan. Maar mooi was het wel, we besluiten intensief te gaan trainen want we komen terug! Beste Armand, heb je nog meer goede ideeen? En: ben je zelf die muur ooit opgefietst?

Een hartelijke groet van twee Ollanders,

Sophie en Pieter-Bas

* Armand Schreurs is sportcolumnist en commentator voor o.a. de Vrt en NOS Langs de lijn.

Tommeke weg bij Sophie!

Vorig jaar kregen de Nederlands-Belgisch-Antilliaanse verhoudingen een stevige duw in de rug toen Tom Boonen, de meest begeerde man van Vlaanderen, onze 16-jarige landgenote Sophie van Vliet schaakte. Op het overromantische eiland Curaçao versierden de twee elkaar en liefdesbaby’s leken op komst. Wij zagen voor het stel een prachtige carriere weggelegd als sportdiplomaten.

De Belgische boulevardpers was minder gelukkig met deze ontwikkeling. Tom had de keurige Vlaamse schone Lore verruild voor een ‘Ollands loederke.’ Ook spraken ze schande want Sophie is elf jaar jonger dan hij, pedofiel!

Dit weekend kon Vlaanderen eindelijk opgelucht ademhalen toen mama Boonen op haar weblog bekend maakte dat Tommeke weer terug is bij zijn oude lief. Moeder Boonen is blij dat Tom voor Lore kiest. “Ze is een schakel die de ketting goed doet draaien”, schrijft ze in haar blog. “Mijn moederinstinct zegt dat het goed is.”


Deze ontwikkeling was zo belangrijk dat het een van de hoofdpunten werd in het journaal van de commerciele zender VTM.
Of Tom echt inspiratie van Lore krijgt valt te betwijfelen. De voor Tom zo belangrijke voorjaarsklassiekers zijn begonnen en hij kwam zondag tijdens de Ronde van Vlaanderen niet verder dan een zeventiende plaats.

Wij van Leven op Pluto vinden het stiekem toch een beetje jammer. Dus wensen wij Sophie veel sterkte met dit grote verlies.